Regelmatige werkwoorden op -ir in de passé composé
Stap 1: gebruik het
hulpwerkwoord avoir (in de présent)
Stap 2: haal de -ir van het werkwoord (op -ir), af en vul aan met een 'i'
NB:
werkwoorden -er --> 'é' J'ai joué
werkwoorden -re --> 'u' J'ai perdu
werkwoorden -ir --> 'i' J'ai choisi