Hoofdstuk 1 Politiek

Maatschappij en politiek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Maatschappij en politiek

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kan uitleggen wat politici en ambtenaren in hun functie doen en daar voorbeelden van geven.
2. Je kan voorbeelden geven van overheidsbeleid in jouw persoonlijke leven en/of omgeving.
3. Je kan de kenmerken van een maatschappelijk probleem benoemen en voorbeelden geven.
4. Je kan verschillende begrippen uitleggen en herkennen.

Slide 2 - Slide

Waar denk jij aan bij politiek?
(je mag geen personen noemen)

Slide 3 - Mind map

Politiek en besluitvorming
Politiek: het maken van regels en het nemen van besluiten die te maken hebben met het besturen van een land, provincie of gemeente.

De manier waarop dit gebeurt heet politieke besluitvorming.

Slide 4 - Slide

Politici en ambtenaren
Politici (geen politie): ze vertegenwoordigen de bevolking bij het nemen van politieke besluiten.
Ambtenaren: mensen in dienst van de overheid die veel verstand hebben van de onderwerpen waar bestuurders over moeten beslissen.

Overheidsbeleid: het geheel van wettelijke regels en afspraken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdracht
Bedenk in tweetallen of alleen 3 voorbeelden van overheidsbeleid die in jouw woonplaats te zien zijn.

Daarna bespreken we dit klassikaal.

Slide 7 - Slide

Maatschappelijk probleem
Een maatschappelijk probleem heeft 4 kenmerken:
1- Veel mensen zijn ontevreden over een bepaald situatie.
2 ?
3 ?
4 ?

Slide 8 - Slide

Kenmerken maatschappelijk probleem

1- Veel mensen zijn ontevreden over een bepaalde situatie.
2- Er zijn veel verschillende meningen over de oorzaken en/of oplossing van het probleem.
3- De media besteden veel aandacht aan het vraagstuk.
4- Het probleem kan het best worden opgelost door de overheid, is samenwerking met burgers en organisaties.

Slide 9 - Slide

Uitleg
Waarden zijn de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.
-> daar horen normen bij: regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Voorbeeld: waarde = eerlijkheid  norm= niet liegen

Slide 10 - Slide

Belangen en macht
Belang: voordeel dat iemand heeft of kan krijgen.
Belangentegenstelling: het botst tussen verschillende belangen.

Macht: de mogelijkheid om het (denk)gedrag van iemand te beïnvloeden. 
-> welke machtsmiddelen zouden er zijn?

Slide 11 - Slide

Welk machtsmiddel?

Slide 12 - Slide

Maken
Maak opdrachten 1-8 van bladzijden 7-9.
Klaar? Even rust
Vraag? Steek even je hand op.
Na de tijd bespreken we het klassikaal.
Je mag (zachtjes) samenwerken.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Maken
Je maakt de volgende opdrachten van bladzijden 10-13:
9, 10, 12, 14 en 15.
Je maakt dit alleen, je mag wel oortjes in.
Vraag? Steek even je hand op.
Klaar? Maak de begrippenlijst op bladzijde 14.
Na de tijd gaan we de opdrachten bespreken.
timer
20:00

Slide 14 - Slide

Kiezen uit 3 opties
Je gaat aan de slag, maar je kiest zelf met wat.

-Optie 1:  Extra oefenen door opdracht 16 bladzijde 13 + begrippenlijst en samenvatting bladzijde 14 en 15 te maken.
-Optie 2: Werken aan de PO van Maatschappijleer.
-Optie 3: Leren voor het college-examen van morgen.

Slide 15 - Slide