Toets Wat is maatschappijleer

Toets: Wat is maatschappijleer (hoofdstuk 1)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Toets: Wat is maatschappijleer (hoofdstuk 1)

Slide 1 - Slide


Wat leer je bij maatschappijleer?
A
Je leert over de Nederlandse taal.
B
Je leert over de samenleving.
C
Je leert dat je mening altijd goed is.
D
Je leert over je leven.

Slide 2 - Quiz

We hebben het bij maatschappijleer over criminaliteit, omdat
A
Groot probleem is
B
Er veel slachtoffers zijn
C
Het een maatschappelijk probleem is

Slide 3 - Quiz

Wanneer spreken we van een maatschappelijk probleem? (4 dingen)

Slide 4 - Open question

Wat is een maatschappelijk vraagstuk?
Wel
Niet
Milieu
Studieschulden
Huizentekort
Vervelende docenten
Hema gaat failliet

Slide 5 - Drag question

hoort bij:
eerlijkheid
gelijkheid
iemand doden mag niet
liegen mag niet
rechtvaardigheid
stelen mag niet
Normen of waarden?
waarden
waarden
waarden
normen
normen
normen

Slide 6 - Drag question

> Is de zin een belang, waarde of norm? 
Sleep het naar het juiste vakje
Belang
Waarde
Norm
Behulpzaamheid
In de rij wachten op je beurt 

Respect
Goede wifi zodat je altijd bij je leermiddelen kunt

Slide 7 - Drag question

Vul de woorden in op de juiste plaats. Er blijven woorden over.
Een ................. is 1 woord.

Vaak horen er meer ................. bij 1 ..................

Mensen die milieu een belangrijke ................. vinden, 

hebben daar verschillende ................. bij.
waarde
waarden
norm
normen
waarde
waarden
norm
normen
waarde
norm

Slide 8 - Drag question

Wat is een argument vóór de invoering van de doodstraf?
A
De uitgevoerde straf is niet terug te draaien
B
De doodstraf is helemaal niet zo afschrikwekkend
C
Een langdurige gevangenisstraf is duurder dan de doodstraf
D
De staat moet zich niet verlagen tot het niveau van een moordenaar

Slide 9 - Quiz

Wetsregels zijn verplicht, gedragsregels niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat zijn gedragsregels?
A
Alle regels die in de wet staan
B
Regels die in de wet staan en waar je je aan moet houden
C
Regels die in de wet staan, maar je hoeft je er niet aan te houden
D
Regels die niet in de wet staan, maar waar je je wel aan moet houden

Slide 11 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een gedragsregel?
A
Handen wassen na het plassen
B
Niet door rood lopen
C
Niet stelen
D
Geen geluidsoverlast veroorzaken.

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen een gedragsregel en een wet?
A
Gedragsregels en wetten zijn hetzelfde.
B
Gedragsregels zijn geschreven regels en wetten niet.
C
Wetten zijn mondelinge regels en gedragsregels niet.
D
Wetten gelden voor iedereen en gedragsregels niet per se.

Slide 13 - Quiz

Macht is
A
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
B
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
C
een voordeel dat je ergens van hebt
D
is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden

Slide 14 - Quiz

1. Een ander woord voor mening is...
A
pluriformiteit
B
manipulatie
C
opinie

Slide 15 - Quiz

Waar denk jij aan bij het begrip Burgerschap?

Slide 16 - Mind map