C2 U1 LiFo Vocabulario

¡Bienvenidos chicos y chicas!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos de la unidad 1 C2.
  3. Empezamos con la unidad 1
  4.  ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
Ik kan iets zeggen over kleding.
Ik ken de getallen 1 t/m 1000 in het Spaans.
Ik ken de vervoeging van ser en estar.
Ik ken de vervoeging van de pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd) en ik ken de onregelmatige vooltoide deelwoorden van unidad 1 C2
Ik kan de regelmatige en de onregelmatige werkwoorden van unidad 1 C2 goed vervoegen

Slide 3 - Slide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de namen van 10 kledingstukken in het Spaans.
- Ik kan vragen en zeggen hoeveel iets kost in het Spaans.
- Ik weet al wanneer ik het werkwoord ser en estar moet gebruiken in het Spaans.
- Ik kan vertellen iets over dingen die ik gedaan heb in het Spaans.
- Ik ken alle woorden en frases claves van punto de recarga.


Slide 4 - Slide

La ropa
La ropa

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

¿Puedes completar los colores?
color
un vestido
unas camisetas
un pantalón
rojo
rojo
azul
azules
amarillo
amarillo
gris
gris
violeta
violeta
verde
verdes
timer
1:00

Slide 8 - Slide

¿Puedes completar los colores?
color
un vestido
unas camisetas
un pantalón
rojo
rojo
rojas
rojo
azul
azul
azules
azul
amarillo
amarillo
amarillas
amarillo
gris
gris
grises
gris
violeta
violeta
violetas
violeta
verde
verde
verdes
verde

Slide 9 - Slide

Los números 0-1000

Slide 10 - Slide

0 - 30
0 - cero             7 - siete            14 - catorce                 21 - veintiuno
1 - uno               8 - ocho            15 - quince                  22 - veintidós
2 - dos               9 - nueve         16 - dieciséis              23 - veintitrés
3 - tres              10 - diez            17 - diecisiete            26 - veintiséis
4 - cuatro         11 - once          18 - dieciocho            30 - treinta
5 - cinco           12 - doce          19 - diecinueve
6 - seis              13 - trece          20 - veinte

Slide 11 - Slide

30 - 100
30 - treinta                                        70 - setenta
31 - treinta y uno                            80 - ochenta
40 - cuarenta                                   90 - noventa
45 - cuarenta y cinco                  100 - cien
50 - cincuenta
58 - cincuenta y ocho
60 - sesenta

Slide 12 - Slide

100 - 1000
101- ciento uno                                           470 -  cuatrocientos setenta
131 - ciento treinta y uno                        500- quinientos
200 - doscientos                                        600 - seiscientos
245 - doscientos cuarenta y cinco     700 - setecientos
300 - trescientos                                         800- ochocientos
358 - trescientos cincuenta y ocho    900- novecientos
400 - cuatrocientos                                    1000- mil

Slide 13 - Slide

Zet in de juiste volgorde (je begint bij 0)
1
2
3
4
5
cero
ochenta y tres
ochocientos trece
quinientos veinticuatro
ciento setenta y dos

Slide 14 - Drag question

Welk cijfer wordt hier genoemd?

'En la tienda hay doce probadores'
A
212
B
2
C
200
D
12

Slide 15 - Quiz

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'Madrid tiene ciento cincuenta autobuses'
A
115
B
150
C
105
D
155

Slide 16 - Quiz

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'Las gafas de sol cuestan trescientos noventa y siete euros'
A
379
B
397
C
333
D
97

Slide 17 - Quiz

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'En el restaurante hay doscientas dieciocho personas'
A
218
B
208
C
801
D
18

Slide 18 - Quiz

Schrijf nu zelf het cijfer:
setecientos veintiséis

Slide 19 - Open question

Schrijf nu zelf het cijfer:
doscientos sesenta y cinco

Slide 20 - Open question

Schrijf nu zelf het cijfer:
ochocientos quince

Slide 21 - Open question

Schrijf nu zelf het cijfer:
ciento nueve

Slide 22 - Open question

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
552

Slide 23 - Open question

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
910

Slide 24 - Open question

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
667

Slide 25 - Open question

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
830

Slide 26 - Open question

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
1024

Slide 27 - Open question

Verplichte opdrachten:
TB (in de klas) Unidad 1C2 Vocabulario
Opdracht 1 t/m 6
WB (huiswerk) Unidad 1 C2 Vocabulario
Opdracht 1 t/m 8


Si terminas/Als je klaar bent?
Vocabulario unidad 1C2 punto de recarga leren
Frases claves unidad 1C2 punto de recarga leren.

Slide 28 - Slide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll


Leg in je eigen woorden uit wat het leerdoel van deze les was.

Slide 30 - Open question