This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lijndiagram
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
een lijndiagram maken.
gegevens opzoeken in een lijndiagram.
Wat gaan we leren?
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Video
This item has no instructions
Een lijndiagram is een lijn die verbonden wordt door middel van een aantal punten in een schema.
Er zijn twee assen:
Verticaal = Euro's
Horizontaal = Leeftijd
Let op de titel!
Lijndiagram
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Stijgende lijn: "iets" neemt toe.
Dalende lijn: "iets" neemt af.
Als er meerdere lijnen zijn kun je in de legenda zien wat de lijn betekent.
Stijgende en dalende lijn
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
De gewone lijn ligt boven de stippellijn. Wat is hier de oorzaak van?
Antwoord: Er zijn meer scholieren die een vast bedrag per maand krijgen dan scholieren die een vast bedrag per week krijgen (de lijn van een vast bedrag per maand ligt boven de lijn van een vast bedrag per week)
Extra oefenen, lijndiagram
Slide 6 - Slide
Stap 1, antwoord: 60% => je zoekt op de horizontale as de leeftijd op en kijkt vervolgens naar de zwarte lijn.
Stap 2, antwoord: 1% van 175.000 = 175.000/ 100 = 1.750 Vervolgens ga je 1.750 vermenigvuldigen met 60% (het antwoord van stap 1) 105.000
Wat is de titel?
Welk gegeven staat er op de horizontale as?
Welk gegeven staat er op de verticale as?
Hoeveel boeken zijn er uitgeleend in 2012?
OPDRACHT
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Er zijn 175.000 scholieren - Hoeveel scholieren van 14 jaar krijgen een vast bedrag per maand?
Stap 1 => bekijk in het diagram hoeveel procent van de 14 jarige scholieren een vast bedrag per maand ontvangen
Stap 2 => reken eerst terug naar 1% zodat je vervolgens kan uitrekenen hoeveel scholieren van 14 jaar een vast bedrag per maand krijgen
Extra oefenen, lijndiagram
Slide 8 - Slide
Stap 1, antwoord: 60% => je zoekt op de horizontale as de leeftijd op en kijkt vervolgens naar de zwarte lijn.
Stap 2, antwoord: 1% van 175.000 = 175.000/ 100 = 1.750 Vervolgens ga je 1.750 vermenigvuldigen met 60% (het antwoord van stap 1) 105.000
Een witte chocoladereep kost € 1,50
Een melk chocoladereep kost € 2,00
Bereken hoeveel Jan meer moet betalen als hij 5 melk chocoladerepen gaat kopen.
Stap 1: bereken eerst het verschil per reep Stap 2: het bedrag wat je bij stap 1 hebt uitgerekend doe je keer 5 (het aantal repen wat Jan koopt)