Les 2 veiligheid

Les 2 Veilig werken
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 2 Veilig werken

Slide 1 - Slide

Doelstellingen
  • Je kunt de veiligheidskaarten bij de machines lezen en toepassen.
  • Je kunt de veiligheidsmiddelen benoemen en toepassen.
  • Je weet welke persoonlijke beschermingsmiddelen je moet gebruiken bij de verschillende handelingen en machines.
  • Je leert veilig en bewust werken.

Slide 2 - Slide

Lesinhoud

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Regels in het lokaal
  • In het praktijklokaal ben je verplicht beschermende kleding te dragen. Kleding met loshangende delen is niet toegestaan of deze moet goed weggestopt zijn in je werkpak/overall.
  • Je moet veiligheidsschoenen dragen.
  • Draag haren in een staart.
  • Loshangende sieraden graag je niet.


Slide 5 - Slide

Regels in het lokaal
Noodstoppen zitten in de machine zelf en in het lokaal. Noodstoppen gebruik  je alleen maar als er een gevaarlijke situatie is of dreigt te ontstaan.

En als het dan misgaat?
  • Stop de machine->noodstop of machine zelf
  • roep je docent erbij
  • eerst jezelf, dan de ander
  • breng het slachtoffer in veiligheid


Slide 6 - Slide

Gebodsbord / verbodsbord
Geeft aan wat verplicht is.              Geeft aan wat verboden is.    

Slide 7 - Slide

signaalborden
Verbodsborden







Gebodsborden
Waarschuwingsborden
Groene borden
Geven aan wat je wel of niet mag doen!

Slide 8 - Slide

Ik weet niet hoe een machine werkt. Mag ik deze dan zomaar aanzetten?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz



Wat is dit..?
A
een bril
B
een veiligheidsbril
C
een ski bril
D
de bril van meester Dylan

Slide 10 - Quiz

Welke kleur heeft een noodknop in een praktijkruimte?
A
oranje
B
Groen
C
Rood
D
zwart

Slide 11 - Quiz

Veilig werken (voorbeeld) ...
2 antwoorden
A
handschoen, bril, overall
B
Coole Jordan sneakers
C
Mooiste kleding aandoen!
D
Instructies goed opvolgen

Slide 12 - Quiz

Oogbescherming Gelaatsbescherming
  1. Veiligheidsbril (vonken, metaalsplinters)
  2. Ruimzichtbril (slijpen boren hakken; stof)
  3. Gelaatsscherm (bijv. hoogdruk of kettingzaag)
  4. Lasbril (lassen met gas; fel licht)
  5. Laskap/lashelm (elektrisch lassen; UV en infrarood)
1
2
3
4
5

Slide 13 - Slide

Sleep het pictogram naar de juiste omschrijving.
geen losse haren.
lees de instructie
veiligheidsbril verplicht
geen losse kleding
gehoorbescherming verplicht

Slide 14 - Drag question

Sleep de 4 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.

Slide 15 - Drag question

Sleep de 3 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.

Slide 16 - Drag question

Waar moet je aan denken als je een kolomboormachine gaat gebruiken?
(beste antwoord)
A
bril op
B
bril op, ketting af
C
bril op, ketting af
D
bril op, ketting af, werkstuk goed vast houden

Slide 17 - Quiz



Hoe kan het gevaar van struikelen, uitglijden of verstappen worden voorkomen?

A
De werkplek moet ordelijk en netjes zijn
B
Door het dragen van onaangepast schoeisel
C
De werkplek mag een rommel zijn
D
De werkvloer mag niet te vaak schoongemaakt worden

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Wat betekent dit bord?
A
Giftige stoffen.
B
Schadelijk.
C
Algemeen gevaar.

Slide 21 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Bijtende stoffen.
B
Giftige stoffen.
C
Gevaarlijke stoffen.

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Radioactieve stoffen.
B
Giftige stoffen.
C
Stralingsgevaar.

Slide 23 - Quiz

Welk bord beteken schadelijk of irriterend
A
B
C

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Jullie krijgen dit blad.



Slide 25 - Slide

Evaluatie
Hoe ging de les?
Wat was lastig en waarom?
Wat vond je makkelijk?
Wie heb je hulpvragen gesteld toen je er niet uitkwam?



Slide 26 - Slide