2.2 - week 14

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG219AK & BK
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG219AK & BK

Slide 1 - Slide

Voordat je verder gaat... 
lees onderstaande goed door!
  • Er wordt van zowel de studenten als de docenten op dit moment veel verwacht. Laten we elkaar helpen waar nodig en doen wat er van ons gevraagd wordt.
  • Probeer zoveel mogelijk bij te blijven met alle opdrachten en online oefeningen.
  • Bekijk alle filmpjes: dit is informatie die je nodig hebt.

Slide 2 - Slide

Voordat je verder gaat... 
lees onderstaande goed door!
  • Werk eerst de hele LessonUp door, voordat je de opdrachten gaat maken.
  • Door middel van de rapportage kan ik zien welke student de LessonUp heeft bekeken en hoe lang daarvoor de tijd genomen is.
  • Voor alle oefeningen en deeltoetsen moet een voldoende gehaald worden.

Slide 3 - Slide

Informatie

  • Ik ben altijd bereikbaar via de mail:
    -> bweerstand@rockopnh.nl      
  • Tijdens de reguliere les (zie rooster) ben ik bereikbaar via Skype voor vragen, uitleg en andere zaken. 

Slide 4 - Slide

Let op!
In deze presentatie staat eerst alle informatie over de opdrachten in het werkboek.

Daarna volgen er filmpjes met uitleg die je nodig hebt om je online opdrachten te maken!

Slide 5 - Slide

Vorige week: soorten schrijfdoelen
  • Informerende tekst
  • Instruerende tekst
  • Overtuigende tekst

Slide 6 - Slide

Deze week
- Formeel en informeel taalgebruik
- Voorkennis van de doelgroep

Slide 7 - Slide

Start met lezen in werkboek
Hoofdstuk 4
4.2 Doelgroep : theorie 4, 5

Slide 8 - Slide

Doelgroep
  • Doelgroep is de groep mensen voor wie je   een tekst schrijft.
  • Omdat je rekening moet houden voor welke doelgroep je schrijft, moet je een goed beeld hebben van de doelgroep. 

Slide 9 - Slide

Wat is informeel taalgebruik?
  • Taal waarbij je tegen iemand 'je' zegt 
      of bij de voornaam noemt. 
  • Informeel taalgebruik is wat losser. 


Slide 10 - Slide

Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar iemand   schrijft en je tekst over alledaagse dingen    gaat.
  • Bij vrienden, bekenden en leeftijdsgenoten.

Slide 11 - Slide

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en
     de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar schrijft die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent.
  • Bij een tekst over zakelijke dingen. 
  • Bij een volwassene, een vreemde of de koning

Slide 13 - Slide

Quiz

Slide 14 - Slide

Beste Lianne,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quiz

Deze foto is
A
Formeel
B
Informeel

Slide 16 - Quiz

Geachte heer De Winter,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz


Een klasgenoot van de basisschool.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 18 - Quiz

Wat is de betekenis van formeel:
A
Niet officieel
B
Officieel
C
Iets met meel
D
Hoe je je moet gedragen

Slide 19 - Quiz

Deze foto is:
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quiz

Wat is de betekenis van informeel?
A
Officieel
B
Hoe je je moet gedragen
C
Niet officieel
D
Hoe je je niet moet gedragen

Slide 21 - Quiz


Een docent.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 22 - Quiz


Een arts in het ziekenhuis.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 23 - Quiz

HUISWERK inleveren vóór 6 april
HOOFDSTUK 4 (vanaf blz. 67)
Opdracht 7   
Opdracht 8
Opdracht 10
Opdracht 11       

Slide 24 - Slide

Inleveren huiswerk werkboek
- Je maakt foto's van de opdrachten die je gemaakt hebt.
- Deze zet je in een Word-bestand.
- Dit bestand mail je vóór 6 april naar: 
           bweerstand@gmail.com

Slide 25 - Slide

HUISWERK: VIA STARTTAAL ONLINE
2F : deelvaardigheid Stijl en je maakt:
- als / dan
- jou/jouw
- geslacht
               KIJK NU EERST DE FILMPJES!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

HUISWERK VIA STARTTAAL ONLINE
2F : deelvaardigheid Stijl en je maakt:
- als / dan
- jou/jouw
- geslacht

Slide 30 - Slide

HUISWERK VIA STARTTAAL ONLINE
2F : deelvaardigheid Stijl en je maakt:
- als / dan
- jou/jouw
- geslacht
                 - MAKEN VÓÓR 6 APRIL -

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide