This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
welkom
Ga rustig zitten
en pak je spullen er bij
Slide 1 - Slide
lesdoel
je kan benoemen waarom planten belangrijk zijn.
je kan van 2 van de benoemde begrippen een voorbeeld noemen; produceren, consumenten, afvaleters, reducenten.
Slide 2 - Slide
wat gaan we doen?
stukje herhalen/ nieuwe uitleg
aan de slag
uitleg
huiswerk
afsluiting
Slide 3 - Slide
voedselbederf
bacteriën zitten vaak op zuivel en vlees.
schimmels zitten vaak op fruit en groenten.
wat zijn de klachten?
Slide 4 - Slide
conserveren
Slide 5 - Slide
voedselbederf tegen gaan
conserveren
1. drogen -> geen water
2. verhitten -> steriliseren of pasteuriseren
3. koelen -> koelkast of vriezer
4. conserveermiddelen toevoegen -> zuur, zout, suiker of alcohol
5. vacuüm of met gas verpakken -> geen zuurstof (bijna) geen leven
Slide 6 - Slide
de 4 rijken
fotosynthese wat is dat? wie doet dat?
iedereen heeft elkaar nodig
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
aan de slag
opdracht 2 tot en met 8
blz 45
klaar?
lees blz 47
maak opdacht 9t/m 13 blz 47
timer
7:00
Slide 9 - Slide
voedselkringloop
producenten-> produceren energie (planten)
consumenten-> consumeren planten
afvaleters-> wormen, kevers, eten dode dieren
reducenten-> bacteriën schimmels, tot mineralen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
huiswerk
2 t/m 13
blz 45
Slide 12 - Slide
1. je kan benoemen waarom planten belangrijk zijn. 2. je kan van 2 van de benoemde begrippen een voorbeeld noemen; produceren, consumenten, afvaleters, reducenten.