1.1 Organismen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1    Organen en cellen

1.1    Organismen

Leerdoelen

Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.

Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling geven.

De biologie bestudeert al het leven op aarde: van bacteriën tot bomen en van vogels tot walvissen. Al deze levende wezens vertonen levenskenmerken en maken tijdens hun leven verschillende levensfasen door.

Levenskenmerken

• Organismen vertonen levenskenmerken
• Er zijn 9 levenskenmerken

1. Ademhalen

• Ook wel gaswisseling genoemd.
  
• Nodig voor de verbranding

2. Voeden

• Het tot je nemen van voedingsmiddelen
• Spijsvertering
• Het opnemen en gebruiken van voedingstoffen

3. Uitscheiden

• Het uitstoten / lozen van afvalstoffen.
  
• Poepen, plassen, zweten

Stofwisseling

• Ademhalen, voeden en uitscheiden vormen samen de stofwisseling. 
  
• Bij stofwisseling worden in je lichaam stoffen omgezet in andere stoffen. 
• bv, zuurstof en koolstofdioxide.

4. Groeien

• Groeien betekent: groter of zwaarder worden.

6. Ontwikkeling

Verandering in bouw van een organisme

5. Reageren op prikkels

• Waarnemen en daar op reageren.
• bv. Een kat die "blaast"

6. Bewegen

Bij sommige organismen duidelijker dan bij anderen.

7. Voortplanten

• Hierdoor onstaan nakomelingen

alle organismen hebben:

1. bladeren
2. dezelfde levenskenmerken
3. schimmels
4. ledematen

Enkele processen bij de mens zijn ademhalen, groeien en ontwikkelen.
Welke van deze processen zijn levenskenmerken?

1. Alleen ademhalen en groeien
2. Alleen groeien en ontwikkelen.
3. Zowel ademhalen, groeien als ontwikkelen.

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Ademhalen
2. Slapen
3. Groeien
4. Voortplanten

Levensfasen

Een mensen leven kun je verdelen in 8 stappen of levensfasen:

• Baby
• Peuter
• Kleuter
• (School)kind
• Puber
• Adolescent
• Volwassene
• Oudere

Levensfasen

(Kenmerken levensfasen leren)

Wat is de levensfase die na kleuter komt?

1. baby
2. peuter
3. puber
4. schoolkind

In welke levensfase leer je zelfstandig worden?

1. baby
2. puber
3. adolescent
4. volwassene

Opdrachten maken

1.1      Organismen

Opdracht 1 t/m 10