Blok 8_A1 - oefenen 1
1.
Een pen kost 3,46 euro. Ik koop er vier. Hoeveel moet ik betalen?
Een pen kost 3,46 euro. Ik koop er vier. Hoeveel moet ik betalen?
1 / 11
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
1.
Een pen kost 3,46 euro. Ik koop er vier. Hoeveel moet ik betalen?
Een pen kost 3,46 euro. Ik koop er vier. Hoeveel moet ik betalen?
Slide 1 - Open question
2.
6,77 + ............ = 8
6,77 + ............ = 8
Slide 2 - Open question
3. Een tafel kostte 450 euro. Er is een prijsverhoging van 10%. Hoeveel kost de tafel nu?
Slide 3 - Open question
4.
4500 mm = ............. dm
4500 mm = ............. dm
Slide 4 - Open question
5a.
Een tuin is 6,5 meter breed en 8 meter lang. Wat is de oppervlakte? (m2)
Een tuin is 6,5 meter breed en 8 meter lang. Wat is de oppervlakte? (m2)
Slide 5 - Open question
5b.
Een tuin is 6,5 meter breed en 8 meter lang. Wat is de omtrek? (m)
Een tuin is 6,5 meter breed en 8 meter lang. Wat is de omtrek? (m)
Slide 6 - Open question
6a.
Een zwembad is 3 meter breed, 2 meter lang en 1 meter diep. Wat is de inhoud? (m3)
Een zwembad is 3 meter breed, 2 meter lang en 1 meter diep. Wat is de inhoud? (m3)
Slide 7 - Open question
6b.
1 m3 = .............. dm3
1 m3 = .............. dm3
Slide 8 - Open question
7.
Appels kosten 3,60 euro per kg. Hoeveel kost 300 gram?
Appels kosten 3,60 euro per kg. Hoeveel kost 300 gram?
Slide 9 - Open question
8.
Je wilt precies 2 kg snoep kopen. Je hebt al 1,736 kg. Hoeveel heb je nog nodig?
Je wilt precies 2 kg snoep kopen. Je hebt al 1,736 kg. Hoeveel heb je nog nodig?
Slide 10 - Open question
9.
Bij een bank krijg je 3,5% rente per jaar. Je hebt 600 euro op de bank staan. Hoeveel euro staat er na een jaar op je bank?
Bij een bank krijg je 3,5% rente per jaar. Je hebt 600 euro op de bank staan. Hoeveel euro staat er na een jaar op je bank?
