Noor en Benthe

Noor en Benthe
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Noor en Benthe

Slide 1 - Slide

woher
wann
wo
was
wer
wie
waar vandaan
wat
waar
wanneer

Slide 2 - Drag question

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstelling
A
außerdem
B
denn
C
jedoch
D
damals

Slide 3 - Quiz

Wat is zullen in het Duits?

Slide 4 - Open question

Wanneer schrijf je een persoonlijke brief?
A
Je baas
B
Bij een sollicitatie
C
Als je een reservering wil doen
D
Bij vrienden

Slide 5 - Quiz

welke aanhef gebruik je niet bij een persoonlijke brief
A
liebe
B
Sehr geehrter
C
hallo
D
Lieber

Slide 6 - Quiz

zuerst
auch
dagegen
nämlich
übrigens
ook
namelijk
allereerst
overigens
daarentegen

Slide 7 - Drag question

Vertaal de volgende zin naar het Duits.
Ik woon in een dorp.

Slide 8 - Open question

vertaal de volgende in naar het duits.
Laat wat van je horen. Tot gauw!

Slide 9 - Open question

conclusie
opsomming
reden
vergelijking
tijd
Tegenstelling
trotzdem
deshalb
denn
auch
gleich
damals

Slide 10 - Drag question

Vertaal de zin naar het Duits.
'Ik heb een broer en een zus.'

Slide 11 - Open question

Wanneer gebruik je 'ob'?
A
Bij een keuze
B
Bij een opsomming
C
Bij een tegenstelling
D
In andere gevallen

Slide 12 - Quiz

in de betekenis van 'als', 'indien'
als je eigenlijk iets aanwijst
na een vergrotende trap
als het tijdstip onbekend is
na een vergelijking, 'even ..... als'
voegt een hoofdzin aan een bijzin
wann
wenn
das
dass
als
wie

Slide 13 - Drag question