Herhalen maar dan lezen h1 t/m 6

Meer dan lezen H1 t/m 6
Even herhalen/ophalen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meer dan lezen H1 t/m 6
Even herhalen/ophalen

Slide 1 - Slide

Eerst wat herhalen of ophalen uit H1 t/m 3

Slide 2 - Slide

Let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens. 
Gerichte informatie vinden
De tekst helemaal begrijpen. 
Nauwkeurig lezen.
Lees de eerste en laatste zin van alle alinea's.
deelonderwerpen
onderwerp
Titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden.
orienterend
globaal
precies
zoekend

Slide 3 - Drag question

Wat is een synoniem?
A
Een synoniem is een omschrijving van een woord.
B
Een synoniem is een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis.

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
Het onderwerp van de tekst staat in de titel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?
De hoofdgedachte van de tekst vind je alleen als je ook het onderwerp van de tekst weet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is de hoofdvraag in een tekst?
De hoofdvraag is:
A
de vraag die aan het eind van de inleiding staat.
B
de vraag waarop de hoofdgedachte het antwoord vormt.
C
de belangrijkste vraag die de schrijver in een tekst wil beantwoorden.
D
een vraag die alleen voor informatieve teksten belangrijk is.

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar?
Iedere tekst heeft maar één tekstdoel?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

En nu uit H4 t/m 6 (toets)

Slide 9 - Slide

Waar of niet waar?
Iedere alinea heeft een kernzin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Kernzin?

Slide 11 - Mind map

Begint onder een tussenkopje.
Eindigt altijd met een harde return.
Heeft een kernzin (mits goed geschreven).
Behandeld altijd één deel-onderwerp.
Is altijd genummerd. 
Soms springt het eerste woord in.
Begint na een witregel.
Kenmerken alinea

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Lees de tekst
timer
3:00

Slide 14 - Slide

- Onderwerp?
- Kernzin?
- Alinea's? 
- Inleiding?
- Slot?

Slide 15 - Slide

Benoem de deelonderwerpen in de tekst 'Jan Rothuizen tekent zijn racefiets'.

Slide 16 - Mind map

Herschrijf de inleiding en gebruik een anekdote.

Slide 17 - Open question