* Te laat komen.
* Je afval op straat gooien.
* Roddelen.
* Op je telefoon kijken als je in gesprek bent.
* Schelden.
* In het openbaar zoenen.
* Liegen.
* Als jongen make-up dragen.
* Brutaal zijn tegen je docent.
* Vlees eten.
* In je trainingsbroek naar school komen.