Proeftoets organen en cellen
1 / 20
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Alle organen zijn opgebouwd uit cellen.
A
goed
B
fout
Slide 2 - Quiz
In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?
A
Cel – weefsel – orgaan – organenstelsel.
B
Orgaan – organenstelsel – cel – weefsel
C
Organenstelsel – orgaan – weefsel – cel
D
Weefsel – organenstelsel – orgaan – cel.
Slide 3 - Quiz
Welk orgaan zie je hier?
A
maag
B
lever
C
dikke darm
D
dunne darm
Slide 4 - Quiz
Welk orgaan zie je hier?
A
maag
B
lever
C
dikke darm
D
dunne darm
Slide 5 - Quiz
Welke organen zie je hier?
A
longen
B
lever
C
nieren
D
darmen
Slide 6 - Quiz
Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortel?
A
watertransport
B
wateropname
C
voedsel maken
D
groei van de plant
Slide 7 - Quiz
Een heel belangrijke taak van de hoofdwortel is ..
A
stevigheid in de grond
B
water bewaren
C
voedsel maken
D
groei van de plant
Slide 8 - Quiz
Welke organen zie je hier?
A
longen
B
lever
C
nieren
D
darmen
Slide 9 - Quiz
Maak de goede combinaties
C
D
E
Ademhaling-stelsel
BLoedvaten-
stelsel
Verteringstelsel
Slide 10 - Drag question
Wat is de taak van een blad?
Slide 11 - Open question
Cellen zijn ...
A
microscopisch klein en zijn plat
B
microscopisch klein en lijken op een doosje
C
groot en zijn plat
D
groot en lijken op een doosje
Slide 12 - Quiz
Je ziet hier een tekening van een stengel. Wat is een taak van de stengel?
Slide 13 - Open question
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 3?
Hoe heet deel 3?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 14 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 6?
Hoe heet deel 6?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 15 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 8?
Hoe heet deel 8?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 16 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Cel a is een ... cel
Cel a is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige
Slide 17 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Cel b is een ... cel
Cel b is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige
Slide 18 - Quiz
Cellen zijn ...
A
microscopisch klein en zijn plat
B
microscopisch klein en lijken op een doosje
C
groot en zijn plat
D
groot en lijken op een doosje
Slide 19 - Quiz
Maak de goede combinaties
C
D
E
Ademhaling-stelsel
BLoedvaten-
stelsel
Verteringstelsel
