Auto theorie inzicht en kennis vragen

Auto theorie inzicht en kennis vragen
Tijdens je theorie examen mag je in dit gedeelte maar 5 fouten maken.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
TheorieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Auto theorie inzicht en kennis vragen
Tijdens je theorie examen mag je in dit gedeelte maar 5 fouten maken.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk verkeersbord waarschuwt voor voetgangers
A
verkeersbord 1
B
verkeersbord 2

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Moet je richting aangeven als je wegrijdt
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Als je richting kan aangeven doe je dat. Kijk je in je binnenspiegel, buitenspiegel en over je schouder en er komt iemand aan, dan wacht je met richting aangeven tot diegene voorbij is.
Hoe is het voor laten gaan tussen in en uitvoegend verkeer op een combistrook geregeld
A
Invoegers moeten uitvoegers voor laten gaan
B
Uitvoegers moeten invoegers voor laten gaan
C
Nee, dit is niet geregeld

Slide 4 - Quiz

Net als met de bus of trein, dan wacht je altijd tot de mensen zijn uitgestapt voor je instapt. Dus uitvoegers mogen voor invoegers.
Binnen maximaal hoeveel meter voor een zebrapad mag je niet parkeren?
A
2meter
B
5meter
C
10meter

Slide 5 - Quiz

5meter voor en 5meter achter een zebrapad mag je niet parkeren.
Waarop staat wanneer je auto voor de APK herkeurd moet worden?
A
Het keuringsbewijs
B
De kentekenkaart
C
Het instructieboekje

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer mag je een kopie van je rijbewijs laten? zien?
A
Als jeje rijbewijs bent kwijtgeraakt
B
Als je rijbewijs onleesbaar is
C
Nooit

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet geen verkeer
naderen, moet je stoppen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Bij een stopbord moet je 2seconden stoppen. Ook als er niemand op straat is.
Bij welk bord mag je
laden en lossen?
A
Bord A
B
Bord B

Slide 9 - Quiz

Bij een bushalte mag het niet, stel dat de bus eraan komt?
Bij welk verkeerslicht
moet je rekening houden
met
tegemoetkomend verkeer dat jouw
richting doorkruist?
A
Verkeerslicht A
B
Verkeerslicht B
C
Verkeerslicht A en B

Slide 10 - Quiz

Verkeerslicht B betekend dat het geregeld verkeer is. Dus niemand kan jouw daar doorkruisen, het is geregeld. 
Mag je hier stoppen om
een bericht op je
telefoon te versturen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Het is zelf verboden.
Wie mag je tijdens
het uitstappen niet hinderen?
A
Alleen voetgangers
B
Alleen bestuurders
C
Bestuurders en voetgangers

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de maximale
snelheid na dit bord
na 19:30?
A
100 km/u
B
120 km/u
C
130 km/u

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke kant moet je op?
A
Linksaf
B
Rechtsaf
C
Je mag beide kanten op

Slide 14 - Quiz

De pijl geeft een verplichte rijrichting aan. 
Hoe mag je in een
file inhalen?
A
Alleen via de linkerkant
B
Je mag niet inhalen
C
Zowel links als rechts

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer moet je hier stoppen?
A
Onmiddellijk
B
Op een veilige plek
C
Bij de eerst volgende parkeerplaats

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er
voorrang
in deze situatie?
A
De tram
B
De witte lesauto

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Mag je alvast doorrijden
als de slagbomen
omhoog gaan?
A
Ja
B
Nee
C
In geval van nood

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer geef je richting
aan als je
wilt gaan invoegen?
A
Wanneer de blokmarkering begint
B
Wanneer je op de invoegstrook rijdt
C
Wanneer je daadwerkelijk gaat invoegen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mag je hier op
de rechterrijstrook
blijven rijden?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Deze rijstrook is gereserveerd alleen voor bussen. Dat zie je aan de elektronische boren boven de weg.
Je haalt hier de
scootmobiel in,
mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Je mag niet inhalen bij een zeebrapad.
Mag je hier
de motor inhalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Ja het inhaal verbod loopt ten einde.
Mag je hier parkeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke verlichting
voer je hier?
A
Dagrijverlichting
B
Stadslicht
C
Dimlicht

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wie moet je
hier voorrang
verlenen?
A
Bestuurders op de kruisende weg
B
Weggebruikers op de kruisende weg

Slide 25 - Quiz

Recht staat een bord, denk dan aan haaientanden. Dan moet je ook het overige verkeer voor laten gaan.
Moet je de uitstappende
trampassagiers
voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Mag je de tractor rechts inhalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Je wilt uitstappen,
moet je de fietser
voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier de juiste
volgorde van voorrang?
A
Witte auto, rode auto, motor
B
Motor, rode auto, witte auto
C
Rode auto, motor, witte auto
D
Rode auto, witte auto, motor

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Sta je hier goed
voor
het rode verkeerslicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Je moet altijd achter de streep plaatsnemen.
Welk bord geeft aan
dat je op een
voorrangsweg rijdt?
A
Bord A
B
Bord B

Slide 31 - Quiz

Bord A is een waarschuwingsbord
Bord C is een haaientand
Bord B geeft een voorrangsweg aan.
Wie of wat volg je hier op?
A
De verkeerslichten
B
De verkeersborden-tekens
C
De verkeersregelaar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Moet je de touringcar
voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Binnen de bebouwde kom moet je alle bussen voor laten gaan bij het wegrijden.
Mag je hier iemand laten in en uitstappen?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Je mag 5 meter voor en 5 meter na een zebrapad niet stilstaan of parkeren.
Mag je nu nog
wisselen van rijstrook?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Mag je zo gaan rijden?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

De verkeerslichten zijn
buiten werking.
Moet je voorrang verlenen
aan bestuurders op de
kruisende weg?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

De bestuurders op de kruisende weg staan achter haaientanden. Zij moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Wie moet je hier voor
laten gaan als het
parkeervak verlaat?
A
Alle weggebruikers
B
Alleen bestuurders
C
Alleen motorvoertuigen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke afbeelding is een fietsstrook?
A
A
B
B
C
C

Slide 39 - Quiz

Er staat een fiets op.
Op welke rijstrook
moet je rijden?
A
Rijstrook 1
B
Rijstrook 2
C
Rijstrook 3

Slide 40 - Quiz

Deze is open, kijk maar naar de matrixborden. En we rijden zo veel mogelijk naar rechts.
Wat moet je hier doen?
A
Je stopt en verlaat de tunnel via de dichtstbijzijnde nooduitgang
B
Je keert om en rijdt de tunnel uit.
C
Je rijdt langzaam langs de brandende auto

Slide 41 - Quiz

Dit is het veiligst. Vergeet niet je sleutels in het contact te laten zitten zodat de auto door de hulpdiensten verplaatst kan worden.