nederlands lezen

Begrijpend lezen
Snap jij wat je leest?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen
Snap jij wat je leest?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we behandelen?
Tekstdoelen
Aan het eind van deze les:
-Heb je kennis gemaakt met verschillende tekstdoelen

Slide 2 - Slide

Verschillende tekstdoelen
1. Informatie geven 
2. Instrueren ( uitleg geven hoe iets moet )
3. Activeren ( om iets te doen: bijvoorbeeld overhalen) 
4. Amuseren ( vermaken) 

Slide 3 - Slide

welke 4 tekstdoelen zijn er?

Slide 4 - Open question

Je leest een stripverhaal
Wat is het doel van dit verhaal?
A
informatie geven
B
vermaken ( amuseren)
C
Activeren
D
Instructie geven

Slide 5 - Quiz

tekstdoel
  1. informatie geven
  2. Activeren ( overhalen iets te doen)  
  3. Instrueren ( vertellen hoe iets moet) 
  4. Amuseren

Slide 6 - Slide

tekstdoel informatie geven
  • kennis overdragen
  • informatie over een bepaald onderwerp
  • Hoort bij: nieuwsberichten / schoolboeken/ de bijsluiter van een medicijn

Slide 7 - Slide

Tekstdoel instrueren 
- Uitleg geven over hoe iets werkt.
Hoort bij: stappenplannen over hoe iets moet

Slide 8 - Slide

Tekstdoel activeren 
  • Overhalen iets te doen: bijvoorbeeld overhalen iets te kopen.
  •  Hoort bij: reclame: ze willen je overhalen iets te kopen

Slide 9 - Slide

Tekstdoel amuseren (vermaken)
  • de lezer vindt het leuk
  • er kunnen grapjes in staan 
    Hoort bij: een mop/ stripverhaal / leesboek 

Slide 10 - Slide

ik wil graag dat anderen mijn tekst leuk vinden, welk doel hoort hier bij?
A
vermaken
B
informatie geven
C
mening geven
D
overhalen

Slide 11 - Quiz

Ik wil graag dat mijn klanten wat gaan kopen van mij. Welk tekstdoel hoort hier bij?
A
amuseren( vermaken)
B
informatie geven
C
instructie geven
D
activeren (overhalen)

Slide 12 - Quiz

welke 4 tekst doelen ken je nu?

Slide 13 - Open question

welk tekstdoel hoort bij :de krant?

Slide 14 - Open question

Einde van de les
Je kunt nu:
- Tekstdoelen herkennen:
Amuseren- informeren- instructie geven- activeren

Slide 15 - Slide