Natuurrampen in Japan p3

Talas raast over Japan
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Talas raast over Japan

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen?
  1. Bekijk alle pagina goed!
  2. Beantwoord de vragen die tussen de dia's staan
  3. Kijk goed naar de video's

LET OP: ik kan zien hoe lang je er dia bezig bent (ik kan dus ook inschatten of je de video hebt bekeken of niet.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je leert wat de kenmerken van een orkaan zijn
  2. Je leert wat de menselijke, economische en landschappelijke gevolgen van een orkaan zijn
  3. Je leert hoe je een orkaan indeelt volgens de Saffir-Simpsonorkaanschaal
  4. Wat de kenmerken van een tornado zijn
  5. Wat het verband is tussen ontwikkelingspeil en de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan/tornado


Slide 3 - Slide

Welke natuurrampen in Japan hebben wij gezien in paragraaf 1 en 2?

Slide 4 - Open question

Aardbevingen
Tsunami's

Slide 5 - Slide

Vulkaanuitbarsting

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Orkanen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon): zware storm die ontstaat boven zeewater dat minimaal 26 graden warm is

Slide 10 - Slide

Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Tyfoon Talas
  • Japan wordt vaak getroffen door tropische stormen en orkanen.
  • Een orkaan is een storm met windsnelheden >118km/h
  • Per deel van de wereld anders genoemd: hurricane (Amerika), cycloon (Zuid-Azië, Australië) en tyfoon (of: taifoen; Oost-Azië).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe wordt een orkaan in Australië genoemd?
A
Hurricane
B
Tyfoon
C
Cycloon

Slide 14 - Quiz

Talas veroorzaakte:
  • Harde wind
  • Regenbuien >> Aardverschuivingen
      Overstromingen
  • Hoge golven

Slide 15 - Slide

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 18 - Quiz

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

 Samengevat: onstaan van een orkaan


  • Zeewater moet minimaal 26° Celsius zijn
  • Warmt zeewater verdampt en stijgt op.
  • Lucht koelt af en condenseert (wolken ontstaan)
  • Onderin is er een tekort aan lucht (lage luchtdruk)
  • Lucht gaat draaien door de draaiing van de aarde
  • Door de draaiing van de aarde gaan
    de wolken om een vast middelpunt draaien: het oog
  • In het oog is het windstil 

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Wind
Lucht bestaat uit miljaren kleine luchtdeeltjes.

Je kan ze niet zien, wel voelen

Het verplaatsen van deze luchtdeeltjes heet wind

Slide 23 - Slide

Hoe meet je windsterkte
Normale windkracht --> Schaal van Beaufort 

Orkaankracht --> Saffir-Simpson schaal

Slide 24 - Slide

Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11

Slide 25 - Quiz

Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Gevolgen van de orkaan
Drie kenmerken die er samen toe kunnen leiden dat er veel slachtoffers vallen en dat er veel schade ontstaat.

- Harde wind
- Veel regen
- Hoge golven

Als er veel regen valt in een heuvelachtig gebied is er kans op aardverschuivingen.

Slide 28 - Slide

Ontwikkelingspeil en orkanen
  • Hoe armer een land, hoe groter de gevolgen. Mensen hebben geen stevige huizen, geen mogelijkheid om te vluchten en er is geen goed alarmeringssysteem.

  • Hoe rijker een land, hoe minder groot de gevolgen. De huizen zijn stevig, de mensen kunnen vluchten en er is een goed alarmeringssysteem. 

Slide 29 - Slide

Waarom veroorzaken orkanen en tornado's in andere landen van Azië vaak meer schade dan in Japan?
A
Het ontwikkelingspeil is in die landen lager
B
Het ontwikkelingspeil is in die landen hoger
C
De orkanen hebben daar een hogere windkracht
D
De orkanen hebben daar meer regenval

Slide 30 - Quiz