Verleden tijd regelmatige werkwoorden

Lesplanning 
1. Oefenen met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden.
(1. Practice with the past tense of regular verbs.)


1 / 45
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning 
1. Oefenen met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden.
(1. Practice with the past tense of regular verbs.)


Slide 1 - Slide

De verleden tijd (The past tense)






sterke en zwakke werkwoorden > strong en weak verbs

Slide 2 - Slide

Formative Quiz Grade: Past tense of weak verbs.
- At the end of this lesson, you will get a Formative quiz related to the past tense of regular/ weak verbs. 
- The quiz is a Kahoot-game.
- The score on this Kahoot will be your Formative Quiz grade, which will be posted on Managebac.
So, pay attention in this lesson, focus, be engaged, participate and ask questions if needed.

Slide 3 - Slide

Connection between present and past tense
If your ik-vorm in the present tense is spelled incorrectly, then your past tense will be automatically incorrect!
In phase 1 and 2 you have learned to form the ik-vorm  present tense of verbs ........, right??

Slide 4 - Slide

What is the ik-vorm present tense
of fietsen?

Slide 5 - Open question

What is the ik-vorm present tense of pakken?

Slide 6 - Open question

What is the ik-vorm present tense of lopen?

Slide 7 - Open question

What is the ik-vorm present tense of lezen?

Slide 8 - Open question

What is the ik-vorm present tense of geven?

Slide 9 - Open question

What is the ik-vorm present tense of doen?

Slide 10 - Open question

What is the ik-vorm present tense of zien?

Slide 11 - Open question

Conclusion: Explain in details how to form the
ik-vorm present tense of verbs?

Slide 12 - Mind map

Zwakke werkwoorden = regelmatige werkwoorden > weak verbs
Volgen de regel:                                                              - SoFT KeTCHuP
Follow the rule:                                                                - T eX  KoFSCHiP
Infinitive minus -en                                                       - PoCKeT FiSH                                                                                                                                 

Slide 13 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Hele werkwoord                              wonen
De stam/ ik-vorm: wonen: minus -en: won = won. 
Look at the last letter: N is niet in SoFT KeTCHuP), so it's a -de or -den word. 
Now find the ik-vorm:          ik-vorm = woon
Answer: - stam + de (enkelvoud)                won = woonde
Answer: - stam + den (meervoud               won = woonden 

Slide 14 - Slide

Verleden tijd - past simple
Regelmatige werkwoorden  -> volgen de regel T eX KoFSCHiP
Hele werkwoord: fietsen
De ik-vorm: fietsen: minus -en:  fiets             (if the last letter of the ik-vorm is one of the letters of: T eX KoFSCHiP: add te/ ten next to the ik-vorm)
- stam + te  (enkelvoud / singular)               fietste
- stam + ten (meervoud/ plural)                    fietsten 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

En nu oefenen!
Heb je het gesnapt?

Slide 20 - Slide

Wat is de stam/ ik-vorm van pakken?

Slide 21 - Open question

Wat is de verleden tijd enkelvoud (past simple) van pakken? SoFT KeTCHuP

Slide 22 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van pakken? SoFT KeTCHuP

Slide 23 - Open question

Wat is de stam/ ik-vorm van leggen? SoFT KeTCHuP

Slide 24 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van leggen? SoFT KeTCHuP

Slide 25 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van leggen? SoFT KeTCHuP

Slide 26 - Open question

Wat is de stam/ ik-vorm van praten?

Slide 27 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van praten? SoFT KeTCHuP

Slide 28 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van praten? SoFT KeTCHuP

Slide 29 - Open question

Wat is de stam/ ik-vorm van leven?

Slide 30 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) enkelvoud van leven? SoFT KeTCHuP

Slide 31 - Open question

Wat is de verleden tijd (past simple) meervoud van leven? SoFT KeTCHuP

Slide 32 - Open question

Werkwoord: schudden.
Ik ..... zijn hand.
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten

Slide 33 - Quiz

Werkwoord: antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten

Slide 34 - Quiz

Werkwoord: voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde

Slide 35 - Quiz

Werkwoord: bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte

Slide 36 - Quiz

Werkwoord: landen.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde

Slide 37 - Quiz

Sterke werkwoorden





onregelmatige werkwoorden - volgen de regel niet
= deze woorden moet je leren (= memorise by heart)

Slide 38 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Beginnen-begon/ Denken- dacht/ Drinken-dronk/ 
Dwingen-dwong/ Klinken-klonk/ Schrikken-schrok/ Eten-at
Schrijven- schreef/ Lezen-las/ Drinken-dronk/ Zitten-zat/
Gaan-ging/ Lopen-liep/ Kijken-keek/ Lezen-las

Slide 39 - Slide

List most used irregular verbs
A list of the most used irregular verbs will be posted on Managebac in Files.

Slide 40 - Slide

Recap: Is the last letter of the ik-vorm one of the letters of SoFT KeTCHuP, then you add ....... next to the ik-vorm with a singular subject.

Slide 41 - Open question

Recap: Is the last letter of the ik-vorm one of the letters of SoFT KeTCHuP, then you add ....... next to the ik-vorm with a plural subject.

Slide 42 - Open question

Recap: Is the last letter of the ik-vorm NOT one of the letters of SoFT KeTCHuP, then you add ....... next to the ik-vorm with a singular subject.

Slide 43 - Open question

Recap: Is the last letter of the ik-vorm NOT one of the letters of SoFT KeTCHuP, then you add ....... next to the ik-vorm with a plural subject.

Slide 44 - Open question

Kahoot (Formative Quiz)
1. Log in with your name, as it appears on Managebac.
2. Don't give each other the answer.
3. Choose your answer wisely.
4. Your score is your formative quiz grade.
5. There are 10 questions.

                                                               Succes!

Slide 45 - Slide