Lesweek 14: Woordenschat: Betekenis opzoeken

1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Als laatste stap: GEBRUIK HET WOORDENBOEK
  1. Herken je het woord uit een andere taal?
  2. Herken je een deel van het woord?
  3. Lees minimaal 1 zin terug.
  4. Lees minimaal een zin verder.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waar zoek je werkwoorden op in het woordenboek?
A
stam
B
hele ww
C
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Waar zoek je ............ op in het woordenboek?


bevond
A
bevind
B
bevindt
C
bevinden
D
bevonden

Slide 6 - Quiz

Bij de volgende opdrachten.....
......heb je 10 seconden per opdracht!

Want tijdens het examen heb je ook niet alle tijd.

Slide 7 - Slide

pen
zomer
banaan
fles

Slide 8 - Drag question

stoel
computer
papier
gum

Slide 9 - Drag question

a - b - c- d-e-f-g-h-i-j-k-l-m-n-o-p-q-r-s-t-u-v-w
kraan
water
plaatje
jas

Slide 10 - Drag question

a - b - c- d-e-f-g-h-i-j-k-l-m-n-o-p-q-r-s-t-u-v-w
wesp
vlieg
mug
insecten

Slide 11 - Drag question

Woordenschat: 1.1 Betekenis afleiden uit de tekst
Woordenschat: Techniek Studie & Beroep
Opdr 1

Slide 12 - Slide