4.4

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 4.4.
  • Werken.
  • Uitleg 4.4.

Slide 2 - Slide

Wat was het verschil tussen de verspreiding van het christendom en de Islam.

Slide 3 - Slide

Nakijken.

  • Paragraaf 4.3  vraag 4 tm 13.  en 4.4 Maak vraag 1 tm 4.
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 4 - Slide

Lesdoel
  1. Je weet hoe de Islam ontstaan is.
  2. Je kent de vier kenmerken van de Islam.
  3. Je kent de vijf zuilen van de Islam.
  4. Je kunt uitleggen waarom de Islam zich zo snel verspreid heeft.

Slide 5 - Slide

Ontstaan Islam
7e eeuw.
  1. Mohammed krijgt van de Engel Gabriël de boodschap van Allah.
  2. Mohammed wil de boodschap in Mekka verspreiden, maar dat lukt niet.
  3. In 622 vlucht Mohammed naar Medina, daar lukt het wel. Begin Islamitische jaartelling. 
  4. De volgelingen van Mohammed worden moslims genoemd.

Slide 6 - Slide

Vier kenmerken
  1. Heilig boek, de Koran.
  2. Er is één God, dat is Allah, en Mohammed is zijn laatste en belangrijkste profeet.
  3. Vrijdagmiddag komen Moslims samen in hun gebedshuis, de moskee.
  4. Je leeft volgens de vijf zuilen als Moslim. 

Slide 7 - Slide

Zuilen
  1. Er is één God en dat is Allah en Mohammed is zijn profeet.
  2. Vijf keer per dag bidden met je gezicht naar Mekka.
  3. Je moet armen en zieken helpen.
  4. Je moet vasten in de Ramadan maand.
  5. Je moet één keer in je leven op bedevaart naar Mekka. 

Slide 8 - Slide

Verspreiding
  1. Na 632, de dood van Mohammed, verspreid de Islam zich verder.
  2. Rijke steden worden veroverd.
  3. Joden en Christenen mochten hun geloof houden.
  4. Alle niet Moslims moesten extra belasting betalen.

Slide 9 - Slide

Aan het werk.

Werk in tweetallen of met z'n drieën.
4.4 vraag 5 tm 13 af

Slide 10 - Slide