Persoon 1:
Je hebt nieuwe kleren nodig, want... (verzin je zelf). Ga een winkel binnen waar ze van alles verkopen. Je hebt een bepaalde smaak, vindt uiteraard niet alles leuk, wil een andere maat, vindt het te duur etc.
Persoon 2:
Je werkt in een winkel waar ze zowel kleding als schoenen verkopen. Je klant heeft wat nieuws nodig. Geef advies, kom met van alles aandragen en probeer zoveel mogelijk te verkopen.