De vergrotende trap gebruik je als je 2 dingen met elkaar vergelijkt.
bv: Today is a better day than yesterday.
De overtreffende trap gebruik je als je 1 ding met meerdere dingen vergelijkt.
bv: Today is the best day of my life!
In de vergrotende trap krijg je altijd than
en in de overtreffende trap krijg je altijd the
Als je 2 gelijken met elkaar vergelijkt krijg je as...as...
bv: Today is as good as yesterday
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -y krijgen ie in de vergrotende trap en iest in de overtreffende trap (bv: pretty-prettier-the prettiest)
Er zijn ook onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden, deze moet je uit je hoofd leren!