Casus 2 presentatie 13 oktober BB

1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeneeskundeWOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat zouden jullie zelf als advies geven?

Slide 2 - Open question

Casus
docent
bodybuilder
krachttraining
marathon

Slide 3 - Slide

Van welke metabole processen maakt een spier gebruik om aan energie te komen voor een contractie?
A
hydrolyse van creatinefosfaat, fosforylering, glucolyse
B
omzetting creatinefosfaat, oxidatieve fosforylering, glycolyse
C
dormitase, hydrolyse, fosforylering
D
ATP vormen uit ADP

Slide 4 - Quiz

Creatine

Slide 5 - Mind map

Van Berkel, R. (2021, 15 juni). Creatine fosfaat - over voeding en gezondheid. Over voeding en gezondheid. https://www.overvoedingengezondheid.nl/gezondheidsclaims-mag-je-creatief-de-regelgeving-omzeilen/creatine-fosfaat/ 

Slide 6 - Slide

Fosforylering

Slide 7 - Mind map

Tikhouvanbiologie. (2017, 7 juni). Binas tabel 68D - Oxidatieve fosforylering [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=UbMgVBZj0Oo

Slide 8 - Slide

Glycolyse

Slide 9 - Mind map

Figuur 1. Grafische voorstelling van glycolyse met de belangrijkste. . . (z.d.). ResearchGate. https://www.researchgate.net/figure/Figuur-1-Grafische-voorstelling-van-glycolyse-met-de-belangrijkste-enzymen-en-lactaat_fig1_360581259
lactaat

Slide 10 - Slide

Bronnen
Windmaier, E. P., Raff, H., & Strang, K. T. (z.d.). Vander’s HUMAN PHYSIOLOGY (16de editie). Mcgraw Hill LLC. 

Slide 11 - Slide

Welke sporter doet aan aërobe activiteit?
A
De rechter
B
De linker

Slide 12 - Quiz

Aërobe uithoudingsvermogen
Langdurig
Ritmische en gecoördineerde manier
Zuurstof nodig
Duursporten
Hardlopen, zwemmen en fietsen
Wheeler, T. (2023). Difference Between Aerobic and Anaerobic Exercise. WebMD. https://www.webmd.com/fitness-exercise/difference-between-aerobic-and-anaerobic-exercise

Slide 13 - Slide

Anaërobe uithoudingsvermogen
Korte en intense
Geen zuurstof nodig
Opgeslagen energie
Sprinten en gewichtheffen
Wheeler, T. (2023). Difference Between Aerobic and Anaerobic Exercise. WebMD. https://www.webmd.com/fitness-exercise/difference-between-aerobic-and-anaerobic-exercise

Slide 14 - Slide

Welke factoren dragen bij tot spiervermoeidheid?
Welke factoren dragen bij tot spiervermoeidheid?
A
Depletie van ATP
B
Coductie failure
C
Verzuring
D
Inhibitie crossbridge cycling

Slide 15 - Quiz

Spiervermoeidheid
Conductie failure
Geleiding van zenuwimpulsen in de spieren
- Minder Ca2+ vrij uit sr voor spiercontractie
- Doorgeven van de depolarisatie in de T-tubuli 
   is verstoort
- Ophoping kalium ionen T-tubuli
- Door continue depolarisatie membraan potentiaal
- Geen actiepotentialen in T- tubuli
- Minder/geen Ca2+







Actiepotentiaal. (z.d.). https://biologielessen.nl/index.php/dna-13/492-impulsgeleiding

Slide 16 - Slide

Spiervermoeidheid
Verzuring
Melkzuur
Lactaat ophoping
H+ ionen
Lagere PH
spiercontractie en contractiekracht (enzymen en eiwitten)
ionconcentraties -> pompen

Slide 17 - Slide

Spiervermoeidheid
Inhibitie crossbridge cycling
Remming 
Ophoping ADP en Fosfaat
Blijft aan Myosinekoppen
Vertraagde/geen dissociatie
Spiercontractie vertraging 
Verminderde spierkracht
Meer ATP


Slide 18 - Slide

Bronnen
Windmaier, E. P., Raff, H., & Strang, K. T. (z.d.). Vander’s HUMAN PHYSIOLOGY (16de editie). Mcgraw Hill LLC. 

Slide 19 - Slide

Welke processen vinden plaats tijdens het herstel van een spier?
A
dormit, exocytose, fosforylering
B
atp wordt adp
C
fagocytose van de fascii
D
Mitotische proliferatie van satellietcellen, hypertrofie

Slide 20 - Quiz

Mitotische Proliferatie Satellietcellen
Mitose
snelle vermenigvuldiging
Gespecialiseerde stamcellen
Deling
nieuwe satteliet cel
spiercelkern

Slide 21 - Slide

Hypertrofie
Sporten
Extreem grote spieren
Spiervezels kapot
Spiervezels groter

Slide 22 - Slide

Mitotische Proliferatie Satellietcellen
Hypertrofie
Deling
uitzetting
Waren al spiercellen
zijn stamcellen

Slide 23 - Drag question

Bronnen
Reumazorg Nederland. (2021, 2 december). Spier-skeletstelsel - spieren - Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland. Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland. https://reumazorgnederland.nl/spier-skeletstelsel-spieren/ 

Windmaier, E. P., Raff, H., & Strang, K. T. (z.d.). Vander’s HUMAN PHYSIOLOGY (16de editie). Mcgraw Hill LLC. 

Slide 24 - Slide

Welke typen spiervezels zijn er? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
Type I, IIa en IIb
B
Langzaam oxidatieve, snel oxidatieve en snel glycolytische spiervezels
C
Skeletspierweefsel, hartspierweefsel en gladspierweefsel
D
Collageen en elastine

Slide 25 - Quiz

Spiervezels

Type 1 (langzaam oxidatieve)
- langzaam samentrekken
- aërobe ademhaling
- Lage krachtcontracties
- Langzaam vermoeid
- Duurprestaties
- 'Rode vezels'

Slide 26 - Slide

Spiervezels
Type IIa (snelle oxidatieve)
- Mix van eigenschappen
- Matige intensiteit en duur
- Eigen energie en zuurstof

Slide 27 - Slide

Spiervezels
Type IIb (snelle glycolytische)
- Kort en intens
- Gewichtheffen en sprinten
- Grootste kracht
- Snel vermoeid

Slide 28 - Slide

Welke adviezen geeft u aan de docent?
A
Hij moet meer zijn best doen
B
Hij moet zijn droom opgeven
C
Hij moet zijn leefstijl aanpassen
D
Hij moet harder rennen

Slide 29 - Quiz

Welke adviezen geeft u aan de docent?

Gewicht verliezen
Conditie Training
Koolhydraten eten

Slide 30 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Open question