4.2 Europa wordt christelijk

Par. 4.2



Europa wordt christelijk

1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Par. 4.2



Europa wordt christelijk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Je hebt je tekstboek nodig, verder heb je in een tabblad GWP open staan
  • Herhaling par. 4.1 (was huiswerk) middels 7 (quiz)vragen 
  • Uitleg bij par. 4.2
  • Tussendoor filmpjes
  • Lees zelf de paragraaf, bekijk afbeeldingen en extra filmpjes bij Geschiedeniswerkplaats
  • Week van 13 februari maak je de toets of moet de Webquest Vikingen ingeleverd zijn. 
  • Als je vragen hebt schrijf je op tijd in voor KWT geschiedenis

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Van welk rijk was Karel de Grote de leider?
A
Germaanse rijk
B
Christelijke rijk
C
Bataafse rijk
D
Frankische rijk

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

1. Karel de Grote was de leenheer.
2. De leenman was een graaf of hertog.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waarom kwam er in het Frankische rijk steeds meer verdeeldheid?
A
De leenmannen gingen hun leen zien als bezit
B
De leenmannen kregen ruzie met Karel de Grote
C
De leenmannen bekeerde zich tot het christendom
D
De leenmannen gingen samenwerken tegen de leenheer.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een hertog en een graaf zijn mensen van …….

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Dit volk uit Scandinavië viel langs de Europese kusten vele stadjes aan. De …...….

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

De tijd tussen 500 en 1500 noemen we de ……...

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

In welk jaar werd Karel de Grote door de paus gekroond tot keizer?
A
814
B
800
C
714
D
700

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
  • hoe heel Europa christelijk werd
  • hoe de christelijke en Germaanse culturen werden vermengd
  • waardoor geestelijken belangrijk werden in de samenleving



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kenmerkend aspect bij deze paragraaf:  de verspreiding van het christendom in Europa

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verspreiding van het christendom
Engelse geestelijken (godsdienstige leiders/ mensen die werken voor de Kerk) trokken in 690 naar Midden- en Noord-Nederland. Zij waren missionarissen en hadden van de paus de opdracht (missie) gekregen de heidenen (mensen die volgens de christenen niet het goede geloof hadden) te bekeren tot het christendom.
In Zuid-Nederland hadden de Franken zich al bekeerd tot het Christendom.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 14 - Video

Canonclip Willibrord
https://www.youtube.com/watch?v=OCOY0dXdVIs&t=17s
Christelijk Europa
Om het verzet onder de Germaanse volken, zoals Friezen en Saksen, te breken probeerden missionarissen eerst Germaanse vorsten te bekeren. Die konden er dan voor zorgen dat hun onderdanen zich lieten dopen. 
Toen de Frankische koning Karel de Grote Nederland en Duitsland had onderworpen, ging de uitbreiding van het christendom verder. Rond 1000 was bijna heel Europa christelijk.
Mensen gingen volgens christelijke ideeën leven. Zo stopten de Vikingen bijv. hun plundertochten, omdat moord en diefstal gezien werd als zonde.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 16 - Video

Studio VO Verspreiding Christendom
https://www.youtube.com/watch?v=mhIYy6VP5bQ

Vermenging van culturen
Toen Europa langzaam christelijk werd bleven Germaanse tradities bestaan. 
Zo leefden namen van de de Germaanse goden Tiwaz, Wodan, Donar en Freya door in de namen van de dagen van de week (dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag).
Om de overgang naar het christendom makkelijker te maken werden christelijke feestdagen op Germaanse feestdagen gevierd.
Bijvoorbeeld: Pasen - lentefeest en Kerstmis - midwinterfeest

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Invloedrijke geestelijken
In de zware tijden die de vroege Middeleeuwen voor de meeste mensen waren, zochten zij steun in het geloof.
Zo kregen de geestelijken veel invloed op de samenleving.
Binnen de christelijke kerk kenden men een sterke hiërarchie (volgorde van aanzien en macht). Er waren hoge en lage geestelijken met aan het hoofd de paus, die gezien werd als een "plaatsvervanger" van God op aarde.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


De hulp van God


  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Paleizen...

Tussen 1309 en 1377 woonden de pausen niet in Rome, maar in de Franse stad Avignon. Dit was in die tijd hun paleis, het Palais des Papes.


  • De Paus, de leider van de kerk, had in de Middeleeuwen enorm veel macht, soms zelfs meer dan een koning of keizer.

  • De Paus en andere hoge geestelijken, zoals bisschoppen, hadden veel grond en woonden in enorme paleizen, vol luxe.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


...en kloosters



  • Lage geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak veel eenvoudiger.

  • Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters soms wél: zij hadden veel grond en kregen pacht van de boeren op hun land.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Leven in een klooster

Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen


  • In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.

  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.




Slide 22 - Slide

This item has no instructions




  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven. 

  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 24 - Video

Maurice van der Bij: Echt monnikenwerk
https://www.youtube.com/watch?v=7Xr11M_NjVo


Hebban olla vogala

Van de middeleeuwen wordt vaak gezegd dat ze door en door christelijk waren.
Onze geschreven bronnen uit die tijd zijn vrijwel uitsluitend gemaakt door monniken , omdat zij konden schrijven. Zij schreven natuurlijk vooral over christelijke zaken. 
Een van de oudste teksten in het Nederlands is daarop een bijzondere uitzondering. 
 Een Vlaamse monnik schreef  omstreeks 1100 een liefdesgedicht op de laatste bladzijde van zijn boek: Hebban olla vogala. 


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Het verzorgen en genezen van zieken
was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

We lezen samen!
Verspreiding van het christendom
TB blz. 59
of online eerste theorieblokje.

Evt. nog starten met de eerste opdrachten van de paragraaf.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Maak voor de volgende les de opdrachten van par. 4.2. 
  • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
  • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is. 
  • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen of die een extra uitdaging geven als je daar aan toe bent.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open question

This item has no instructions