5V Thema 6 BS 1 Relatie mens en milieu

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat verwacht ik van jullie? (regels)
  • Telefoon in je tas
  • Laptop opgeladen en bij
  • In de les eet je niet
  • Je bent als ik praat niet op je laptop bezig
  • 5 min in rust zelfstandig werken
  • Huiswerk online maken. 
  • Je probeert altijd een vraag te beantwoorden. ? of . etc. kan ervoor zorgen dat je een aantekening krijgt. Laat zien dat je het wel hebt geprobeerd. 
  • Neem je binas elke les mee -> boek mag je thuislaten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De relatie tussen mens en milieu
Vwo 5
Thema 6 (van vwo 4)
BS 1

Slide 5 - Slide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe de mens afhankelijk is van de biodiversiteit
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen


Slide 6 - Slide

Wat is de goede volgorde van organisatieniveaus binnen de ecologie (van klein naar groot)?
A
Populatie, individu, levensgemeenschap, ecosysteem
B
Individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem
C
Individu, levensgemeenschap, populatie, ecosysteem
D
Populatie, levensgemeenschap, individu, ecosysteem

Slide 7 - Quiz

Wat is een juiste beschrijving van een ecosysteem?
A
Een ecosysteem bestaat uit de relaties tussen organismen en hun omgeving.
B
Een ecosysteem is een verzameling biotische en abiotische factoren.
C
Een ecosysteem is een begrensd gebied met alle organismen daarin met relaties tussen organismen en tussen organismen en de levenloze natuur.
D
Een ecosysteem is de variatie in organismen in een bepaald gebied.

Slide 8 - Quiz

Twee diersoorten X en Y concurreren om hetzelfde voedsel dat in overmaat aanwezig is. Een van deze twee soorten is meer succesvol bij deze concurrentie.
In welke grafiek is het verloop van de aantallen individuen van deze soorten juist weergegeven?
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C

Slide 9 - Quiz

Wat is biodiversiteit?

Slide 10 - Open question

Biodiversiteit
= verscheidenheid aan soorten in een ecosysteem

Afhankelijk van:
  • Aantal soorten
  • Verdeeldheid van soorten 
  • Mate van verschil tussen soorten
  • Mate van verschil binnen soorten (allelfrequenties)


Voor mensen is biodiversiteit belangrijk wegens ecosysteemdiensten
= producten en diensten die ecosystemen ons leveren

Slide 11 - Slide

Ecosysteemdiensten

Slide 12 - Slide

Verstoringen
Balans tussen vraag en aanbod ecosysteemdiensten afgelopen eeuwen scheef.

 Bijvoorbeeld:
vermesting, klimaatverandering, verdroging, verzuring, versnippering, vervuiling/verontreiniging, verspilling, verstoring en verwijdering.

Slide 13 - Slide

Plastic vergaat niet.
Plastic wordt steeds
kleiner, het probleem
wordt steeds groter.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Duurzaamheid
= het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties.

Duurzame ontwikkeling = vooruitgang gaat niet ten koste van mensen en natuur.
bijv. Circulaire economie vs. Lineaire economie

Slide 16 - Slide

Ecologische footprint (voetafdruk)
= is de ruimte die we per persoon innemen op de aarde. Alles wat je gebruikt (voedsel, water, energie, etc.), kost ruimte. 

De wereldwijde biocapaciteit (bossen, weide- en akkerland en visgrond, etc.) gedeeld door de globale ecologische footprint bepaald de impact van de mens op de aarde

Slide 17 - Slide

Toekomst?
Momenteel: ongeveer 8 miljard mensen
  • Wereldbevolking groeit
  • Welvaart neemt toe
  • Duurzaamheid?

Wat is de oplossing???

Slide 18 - Slide

Debby zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu.
Jack zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie
A
alleen Debby heeft gelijk
B
Debby en Jack hebben geen gelijk
C
alleen Jack heeft gelijk
D
Debby en Jack hebben beiden gelijk

Slide 19 - Quiz

Drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
1 het levert voedsel. 2 het levert water. 3 het levert zuurstof.
Bij welk van deze manieren speelt fotosynthese een rol.
A
Alleen bij 1 en 2
B
Alleen bij 1 en 3
C
Alleen bij 2 en 3
D
Bij 1,2, en 3

Slide 20 - Quiz

Spullen die voor 50% uit gerecycled materiaal zijn, noem je cradle-to-cradle
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat voor een soort afval is plastic?
A
biologisch afval
B
niet-biologisch afval

Slide 22 - Quiz

Ontbossing zorgt mede voor versterkt broeikaseffect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Door ontbossing neemt de hoeveelheid .... in de lucht toe
A
Zuurstof
B
Koolstofioxide
C
Water
D
Regen

Slide 24 - Quiz

Afsluiting
Lezen: Thema 6 van V4 mens en milieu BS 1 (blz. 138 t/m 142)
Maken: BS 1 opdr. 1 t/m 7

Leerdoelen
  • uitleggen hoe de mens afhankelijk is van de biodiversiteit 
  • kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen


timer
5:00

Slide 25 - Slide