19-11-2014

19-11-2014
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

19-11-2014

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Mirar Deberes
Unidad 2 :
WB
P. 18 : oef. 5b, p.19: oef.8a/b, oef.9
Luisteroefenigen, p.18:oef.6, p.19, oef.7a/b
Reglas y Sistemas, p.25, invullen:
Het Spaans alfabet.
Het onbepaald lidwoord.
Señor/ señora met of zonder lidwoord: Kies de juiste zin.

Slide 3 - Slide

Mirar deberes
WB:
P. 18 : oef. 5b
p.25: Reglas y Sistemas
Met of zonder lidwoord
  • Buenos días, señora Suárez.
  • ¿Es usted la amiga de José?
  • Los señores Iglesias son muy amables.
  • Hola, señor Pérez.

Slide 4 - Slide

¿ Cómo se escribe?
WB:p.18, oef.6 : Un médico
WB: p.19, oef.7a, 
oef.8a/b

WB:10
WB:11
WB:12

Slide 5 - Slide

Las profesiones Video ELE

Slide 6 - Slide

Información personal  TB: p.23 oef. 9a
21
luister en vul het schema 
Hoe vraag je:

  • Wat is jouw/uw (mobiele) telefoonnummer? :
¿ Cuál es tu/su teléfono/ número de móvil?
Antwoord: es el.........
  • Heeft u/ Heb jij email?
¿ Tiene/s correo electrónico?
Antwoord: Sí, es..........

Slide 7 - Slide

TB: p. 24: De vervoeging en gebruik van tener 
Tener= hebben in de betekenis van bezitten.
 yo                     tengo
tú                      tienes            
él/ella/usted    tiene
nosotros/as     tenemos
vosotros/as      tenéis
ellos/ellas/        tienen
ustedes
                LET OP:

Slide 8 - Slide

TB: p.24, oef. 10 ¿Qué cosas tenéis ?

Slide 9 - Slide

TB: p. 24 Tengo un trabajo interesante
 oef.12a:   lezen en onderstreep de werkwoorden.
Vul nu het schema in :
nombre: 
Apellidos: 
lugar de residencia:
Puesto actual:
Actividades:
Idiomas:

Slide 10 - Slide

TB: p 25, oef.12c Los verbos regulares  

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

DEBERES

TB. p.24, oef.11, p. 25, oef.12 a/b
WB.
p.20,oef. 10: formuleer vragen op de antwoorden,  oef.11, oef.12
p.22, oef. 16, oef. 17 ( luisteroefening).
p.23, oef.19, oef.22
p.26 Reglas y Sistemas
  • Mannelijke en vrouwelijke beroepsaanduidingen.
  • De werkwoorden SER en TENER


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide