les 2: regionale ongelijkheid + bevolkingsgroei (3.5 en 3.6)

1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Grote etnische en culturele diversiteit
Wie zijn waardoor gekomen?
- Europeanen
- Afrikanen
- Mestiezen (1/3e)

Slide 2 - Slide

Bevolkingsgroepen Brazilië
209 miljoen inwoners
-Afstammelingen Europeanen
-Mestiezen
-Mulatten
-Afro-Brazilianen
-Inheemse groepen (<1 miljoen)
Bevolkingsgroepen Brazilië:
Smeltkroes

Europeanen en hun afstammelingen (48%)

Mestiezen (EU + inheems)
Mulatten (EU + Afrikaans)
(samen 43%)

Afro-Brazilianen (7%)
Afstammelingen van Afrikaanse slaven

Inheemse groepen (0,4%)
Indianen
209 miljoen inwoners

Slide 3 - Slide

Sociaaleconomische ongelijkheid
regionale ongelijkheid
Braziliaanse real
1 Real = 0.17 Euro
Grootgrondbezitters zijn rijk

Boeren met klein stuk grond migreren naar stad

Grote informele sector

Slide 4 - Slide

Bolsa Familia 
 Een (kleine) uitkering aan arme gezinnen

 “Conditional Cash Transfer”
Voorwaarden (conditions):
- Dat de kinderen gaan naar school (te vaak absent = geen geld)
- Dat de kinderen worden gevaccineerd


12 miljoen families krijgen de Bolsa Familia
22% van de bevolking)

Slide 5 - Slide

1972 - 2013

van 100 naar 200 miljoen inwoners

verdubbeltijd 40 jaar

In 2053 weer verdubbeld ten opzichte van 2013?
antwoord
nee, geboortecijfer flink gedaald. In fase 4 is een fase waarin de bevolkingsomvang is gestabiliseerd. 

Na 2060 wordt zelfs een dalende bevolkingsomvang voorspeld (vanaf dan zit het land in fase 5).

Slide 6 - Slide

Veel vrouwen in vruchtbare leeftijd.

Dus ondanks lager geboortecijfer toch veel kinderen geboren.

Slide 7 - Slide

Gezinsplanning werd nodig
Bevolking groeide meer dan economie kon groeien.

2 maatregelen:
- gezondheidscentra oprichten
minder kindersterfte = minder kinderen krijgen
- voorlichting anticonceptie + sterilisatie

Ook scholing belangrijke rol: meer meisjes naar school = minder kinderen


Vruchtbaarheidscijfer
Jaren 1960:    6.1
In 2000:          2.1
In 2019:           1.7

(Aantal kinderen dat een vrouw krijgt)

Slide 8 - Slide

Welke conclusie kan je uit deze kaart trekken?
Relatief gezien wonen er meer ouderen/jongeren in het zuidoosten dan in het noorden en westen.
antwoord
ouderen
Op nationaal schaalniveau wonen er meer ouderen/jongeren in Brazilië.
antwoord
jongeren

Slide 9 - Slide

Verklaar de bevolkingsopbouw in het noorden van Brazilië (3p).

- vertel hoe de bevolkingsopbouw eruit ziet.
- leg in twee stappen uit waardoor die bevolking er zo uit ziet.

Slide 10 - Slide

In het noorden zijn er meer jongeren dan ouderen.

Dat komt omdat het noorden een armere regio is.

In arme gebieden ligt het geboortecijfer hoog

Verklaar de bevolkingsopbouw in het noorden van Brazilië (3p).

- vertel hoe de bevolkingsopbouw eruit ziet.
- leg in twee stappen uit waardoor die bevolking er zo uit ziet.

Slide 11 - Slide

werk aan de grote lesson up 
t/m dia 39 (voor a.s. vrijdag) 

Slide 12 - Slide