Schrijven les 1

• Nederlands NT2
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1

Uit welk land komt Angela?
Angela komt uit ________________

Hoe oud is Angela?
Angela is ___________________________

Hoe heet haar man?
Haar man heet ______________________

Hoe oud is Alejandro?
Schrijf een zin: Hij is ........................... .

Uit welk land komt Alejandro?

In welke stad wonen Angela en Alejandro?

1. Zij wonen in de Stevinstraat.
2. Zij wonen in Den Haag.
3. Zij wonen in Nederland.

Wat is hun adres?

Wat is hun telefoonnummer?

Wat is hun nationaliteit?
Zij hebben de ............................nationaliteit

.Welke talen spreken Angela en Alejandro?

1. Nederlands
2. Spaans
3. Spaans en een klein beetje Nederlands
4. Nederlands en een klein beetje Spaans

In welke _____________________________ woon jij?

Mijn __________________________ is Mirjam.

Ik ben 16 jaar. Wat is jouw ______________________ ?

Mijn __________________________ is Veenstraat 8.

Mijn _______________________ is Den Haag.

haar

mijn

Hij

Daar is Ahmed. _______________ loopt op straat.

De telefoon is van mij. Het is ____________________ telefoon.

Zij pakt de tas. Het is _______________________ tas.

haar

Zij

Ik

Fatima zit in de klas. ______________________ leest een boek.

Mijn woonplaats is Den Haag. ___________ woon in Den Haag.

Zij pakt de tas. Het is _______________________ tas.

jouw

jij

zijn

Mijn naam is mevrouw Tomas. Hoe heet_____________?

Jij zoekt een pen. Is dat ___________________ pen?

De les is klaar. Abdi pakt ________________ boek.

ik - jij - hij - wij
wonen

ik - jij - hij - wij
komen

ik - jij - hij - wij
heten