4T H4 Kijken en luisteren

4SE3 Kijk- en luistertoets
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4SE3 Kijk- en luistertoets

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat er van je verwacht wordt bij een CITO kijk- en luistervaardigheid (4SE3).

Slide 2 - Slide

Drie onderdelen CITO
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
- Fictie
- Kritisch kijken en luisteren

Slide 3 - Slide

Drie onderdelen CITO
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
- Fictie
- Kritisch kijken en luisteren

De toets wordt in drie lessen gemaakt.

Slide 4 - Slide

Drie onderdelen CITO
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
- Fictie
- Kritisch kijken en luisteren

De toets wordt in drie lessen gemaakt.

Slide 5 - Slide

Drie onderdelen CITO
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
Twee delen - aantekeningen maken mag - antwoord geven in antwoordpauze
- Fictie
Emotie herkennen - aantekening maken mag - antwoord geven in antwoordpauze
- Kritisch kijken en luisteren
Hoe reageert men op elkaar? - antwoord geven na elke vraag

Slide 6 - Slide

Tekstberip
Dit is het eerste onderdeel van de kijk- en luistertoets. Je kijkt en luistert naar een informatief programma.

Na afloop van het programma mag je de vragen pas bekijken. Je kunt antwoord geven zolang de tijdbalk loopt. De vragen gaan over de hoofdzaken van het programma.
Je mag tijdens het kijken en luisteren aantekeningen maken.

Slide 7 - Slide

Stappenplan meerkeuzevragen
1. Lees de vraag. Formuleer het antwoord.
2. Lees de antwoorden: staat jouw antwoord erbij?
3. Bekijk eventueel jouw aantekeningen
4. Weet je het niet? Toch wat invullen!

Slide 8 - Slide

Aantekeningen maken
Terwijl je kijkt en luistert naar een video kun je aantekeningen maken. Noteer in elk geval:
• het onderwerp van de video;
• de plaats waar de video is opgenomen;
• de namen van de mensen die iets zeggen;
• de belangrijkste informatie die de sprekers noemen: mening of feiten;
• deelonderwerpen

Slide 9 - Slide

Tips voor het maken van aantekeningen:
1 Schrijf geen hele zinnen, maar gebruik steekwoorden.
2 Gebruik afkortingen.
3 Onderstreep belangrijke woorden.
4 Verbanden geef je snel aan met pijlen.
5 Getallen schrijf je in cijfers, niet in letters.
6 Voor namen gebruik je initialen, de eerste letters van de voor- en achternaam van iemand

Slide 10 - Slide

Oefenen
Pak een schrift of papiertje voor aantekeningen.

Slide 11 - Slide