Bewegen klas 3 Diagnostische toets parg.1+2

Omrekenen van km/h naar m/s doe je door .....
A
x 3,6
B
: 3,6
C
x 1000
D
: 1000
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Omrekenen van km/h naar m/s doe je door .....
A
x 3,6
B
: 3,6
C
x 1000
D
: 1000

Slide 1 - Quiz

uitspraak 1: 1 uur en 15 minuten = 1,15 h
uitspraak 2: 450 seconden = 7,5 minuten
A
beide uitspraken zijn juist
B
beide uitspraken zijn onjuist
C
alleen uitspraak 1 is juist
D
alleen uitspraak 2 is juist

Slide 2 - Quiz

wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 3 - Quiz

De stroboscooplamp flitste om de 0,03 seconden. Hoe lang duurt de hele beweging van het paard?
A
0,09s
B
0,12s
C
0,15s
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 4 - Quiz

Op welke gedeelte(s) voert de persoon een eenparige beweging uit?
A
stukje A, C en E
B
stukje B en D
C
stukje C
D
nergens

Slide 5 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. wat is er aan de hand op stukje B? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
de persoon voert een eenparige beweging uit
B
de persoon staat stil
C
de persoon heeft dezelfde snelheid
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 6 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. Op welk gedeelte voert de persoon een versnelde beweging uit?
A
stukje A
B
stukje B
C
stukje C
D
geen van deze stukken is versneld

Slide 7 - Quiz

Bekijk de v,t-diagram. Op 180 seconden wordt een kettingbotsing geconstateerd. Hoe groot is de reactieafstand?
(V is in m/s en t in s)
A
27 meter
B
54 meter
C
66 meter
D
dat kun je niet zeggen

Slide 8 - Quiz

Bekijk de s,t-diagram. hoe groot is de remweg van deze persoon?
A
5 meter
B
20 meter
C
25 meter
D
dat kun je niet zeggen

Slide 9 - Quiz

bekijk de grafiek over de remweg.
uitspraak 1: wanneer jouw snelheid verdubbelt, dan verdubbelt ook jouw remweg.
uitspraak 2: de remweg bij een snelheid van 100 km/h is 60m
A
beide uitspraken zijn juist
B
beide uitspraken zijn onjuist
C
alleen uitspraak 1 is juist
D
alleen uitspraak 2 is juist

Slide 10 - Quiz

Een fietser rijdt met een snelheid van 18 km/h. Hij wil remmen voor een zebrapad. Zijn reactietijd is 0,8 s. Hoe groot is zijn reactieafstand?
A
4 m
B
22,5m
C
14,4m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 11 - Quiz

een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2 m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 12 - Quiz

.......... = reactieafstand + remweg
wat moet er op de puntjes staan?

Slide 13 - Open question

Bekijk de v,t-diagrammen. Om te voorkomen dat de remmen van een auto blokkeren kun je pompend remmen. Welke diagram geeft dit juist weer?
A
grafiek A
B
grafiek B
C
grafiek C
D
grafiek D

Slide 14 - Quiz

Hiernaast een S,t diagram. Hoe lang duurt het voordat de scooter wordt ingehaald door de auto?
A
ca. 7 seconden
B
ca. 8 seconden
C
ca. 9 seconden
D
de scooter wordt niet ingehaald door de auto

Slide 15 - Quiz

Kim rijdt 12,7 km met haar auto naar het treinstation. Ze doet hier 13 minuten over. Daarna reist ze 88 km met de trein. hier doet ze 45 minuten over. wat is de gemiddelde snelheid in km/h van Kim? (afronden op 1 decimaal en gebruik een komma alleen getal invullen)

Slide 16 - Open question

Noem 2 dingen die van invloed zijn op de remweg.

Slide 17 - Mind map

De hele beweging van het paard duurt 2,3 seconden. Wanneer de stroboscoop wordt ingesteld om te flitsen om de 0,15 seconden hoeveel keer had het paard dan op de foto gestaan?
A
14 keer
B
15 keer
C
16 keer
D
17 keer

Slide 18 - Quiz