This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De industriële samenleving
van Nederland
1. De Industrële Revolutie in Engeland
Slide 1 - Slide
Deelvraag: Waarom begon de Industriële Revolutie in Engeland en hoe verliep deze?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de industrialisatie in Engeland begon en verliep.
Slide 4 - Slide
Agrarische Revolutie
1700: gemeenschappelijke gronden.
1800: Adel koopt grote stukken grond op.
Door mechanisering worden akkers sneller bewerkt.
Nieuwe zaaitechnieken en kunstmest
Gevolg: grotere opbrengsten
Slide 5 - Slide
Demografische Revolutie
Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit ook.
1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg
Probleem: meer mensen, meer banen nodig, maar minder werk in de landbouw door mechanisatie
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Huisnijverheid
De opbrengst van de landbouw was voor kleine boeren niet voldoende
Spinnen en weven voor eigen gebruik en verkoop
Slide 8 - Slide
Van spierkracht naar waterkracht
Waterframe van Richard Arkwright
200 keer zoveel spinnen als een persoon
niet geschikt voor gebruik in de huisnijverheid
moest fabriek bouwen bij rivier
Slide 9 - Slide
- Weven gaat sneller dan spinnen.
- 1 wever = 8 spinners
- Schietspoel
- Prijsvraag
- Spinning Jenny wint!
Slide 10 - Slide
- Probleem: veel fabrieken langs stromend water en dus ruimte gebrek. - Stoommachine van James Watt is dé oplossing - Voordeel: De stoommachine kan overalgeplaatst worden. - Veelal in steden en nabij de aanvoer van steenkool.
Slide 11 - Slide
Slechte arbeidsomstandigheden
Fabrikanten hadden veel geïnvesteerd in hun fabrieken
Geld moest worden terugverdiend (lage kosten, grote winsten)
Arbeiders krijgen weinig loon, slechte werktijden en onveilige omstandigheden
Er zijn nog geen wetten die de rechten van arbeiders vast leggen.
Slide 12 - Slide
Industriesteden
Arbeiders moesten lopend naar het werk kunnen.
Steden groeiden om de fabrieken heen en werden steeds groter
Urbanisatie
Er was nog geen, riolering, straatverlichting, verharde wegen, afvalverwijdering, etc