Renaissance les 5

Renaissance les 5
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Renaissance les 5

Slide 1 - Slide

Startvraag: wat is een contrafact?
A
Een oud museumstuk dat bewaard is gebleven
B
Een onderdeel van een heilige
C
Een lied op een bestaande melodie
D
Een tegenwerping

Slide 2 - Quiz

Planning
Lezen uit 3PAKbundel 
Lesopening, startvraag, planning, leerdoelen 
Bespreken huiswerk bij H4 renaissance
Theorie H5 renaissance: toneel 
Opdracht H5 + bespreking
Tijd over? werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
• Ik kan uitleggen wat de culturele invloeden op de literatuur van de renaissance waren
• Ik ken de drie soorten toneel in de renaissance 

Slide 4 - Slide

Bespreken hw
1. Hoe hangen de wereldbeelden en motto’s van de middeleeuwen en renaissance samen? Betrek de relevante begrippen in je antwoord.
2. ben jij meer een empirist of een rationalist?
3. Waarom past het estheticisme nou bij uitstek goed bij de renaissance (en bijvoorbeeld veel minder goed bij de middeleeuwen)? 
4. naamgedicht! 

Slide 5 - Slide

Noem de relevante begrippen van H4 renaissance

Slide 6 - Mind map

Welke van de begrippen van de vorige slide vind je nog lastig?

Slide 7 - Mind map

Toneel in de renaissance

Slide 8 - Slide

H5: toneel in de renaissance
"Ja, dat toneel bederft velen, meer nog dan de romans. Het is zo aanschouwelijk! Met wat klatergoud en wat kant van uitgeslagen papier, ziet er dat alles zo aanlokkelijk uit. Voor kinderen, meen ik, en voor mensen die niet in zaken zijn."

Slide 9 - Slide

Wat hoort er niet bij?
A
Tragedie
B
Komedie
C
Klucht
D
Boerde

Slide 10 - Quiz

Toneel in de renaissance
Ook 'utile dulce'
Hoofdeis van waarschijnlijkheid (kan dit wel?) en deugdelijkheid (mag dit wel?)
De drie eenheden
1. eenheid van plaats
2. eenheid van tijd
3. eenheid van handeling

Slide 11 - Slide

Wat bedoelen we met eenheid van plaats, tijd en handeling?

Slide 12 - Open question

"Het is het meest waarschijnlijk als de speeltijd van de voorstelling even lang is als de werkelijke tijd; uit principe hield men zich aan maximaal 24 uur vertelde tijd. Het verhaal speelde zich uit principe af op één plek, en draaide om één plot. De vertoning mocht absoluut niet aanstootgevend zijn. "

Slide 13 - Slide

Aan de slag
  1. open H5 van de reader
  2. Lees het stuk over komedie, tragedie en klucht
  3. Maak in tweetallen de opdracht
  4. 10 minuten de tijd 
timer
10:00

Slide 14 - Slide

In hoeverre heb je de leerdoelen behaald?
• Ik kan uitleggen wat de culturele invloeden op de literatuur van de renaissance waren
• Ik ken de drie soorten toneel in de renaissance
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Wat kun je zelf doen vanmiddag om nog hoger te scoren op de smileyvraag?
Lees: hoe kun je de leerdoelen vandaag nog hoger behalen?

Slide 16 - Open question

Afronding
Voor morgen: doornemen §5.3 uit reader + oefenen in werkwoordspelling met doel
(bijv. uur oefenen, 80% halen, alle fouten begrijpen, verzin maar wat!)

Slide 17 - Slide