Komt de kerstman uit Nederland?

Doel van de les
1. Het herkennen van overeenkomsten en verschillen
2. Het verschil herkennen tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Bij figuurlijk taalgebruik wordt er iets gezegd wat anders wordt bedoeld. 
3. Details uit de tekst halen
4. Gebeurtenissen uit de tekst in de juiste volgorde zetten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel van de les
1. Het herkennen van overeenkomsten en verschillen
2. Het verschil herkennen tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Bij figuurlijk taalgebruik wordt er iets gezegd wat anders wordt bedoeld. 
3. Details uit de tekst halen
4. Gebeurtenissen uit de tekst in de juiste volgorde zetten

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij de kerstman?

Slide 2 - Mind map

Welke overeenkomsten ken je tussen Sinterklaas en de Kerstman

Slide 3 - Open question

Welke conclusie kun je nu al trekken zonder de tekst gelezen te hebben?
A
De Kerstman lijkt totaal niet op Sinterklaas.
B
De Kerstman zou wel eens afgeleid kunnen zijn van Sinterklaas.
C
De Kerstman en Sinterklaas vertonen veel verschillen.
D
De Kerstman en Sinterklaas hebben dezelfde hulpjes.

Slide 4 - Quiz

We lezen samen de tekst
  1. Arceer de moeilijke woorden.
  2. Schrijf met je pen of potlood een  O bij de overeenkomsten die je ziet tussen de Sint en de Kerstman.
  3. Schrijf met je pen of potlood een V bij de verschillen die je ziet tussen de Sint en de Kerstman.

Slide 5 - Slide

Lees de 2e alinea (boven het plaatje) nog eens. Hoe is Santa Claus in 1e instantie ontstaan?
A
Door tradities van Sint en Father Christmas te vermengen
B
Door de tekenaar Thomas Nast
C
Door de tekenaar Haddon Sundblom
D
Door de ontwerpen van Nast en Sundblom te vermengen.

Slide 6 - Quiz

Father Christmas
Sinterklaas
traditie van Engelse kolonisten
Komt van de Noordpool
Komt uit Spanje
25 december
Overgewaaid vanuit Nederland

Slide 7 - Drag question

Lees r. 10-11 : Evenals... waren geweest.
Wat doet de schrijver in deze zin?
A
Hij geeft zijn mening.
B
Hij geeft een verschil aan.
C
Hij maakt gebruik van figuurlijk taalgebruik.
D
Hij geeft een overeenkomst aan.

Slide 8 - Quiz

Lees de 2e alinea nog eens goed. Welke 5 woorden horen bij Father Christmas?
A
Noordpool-traditie van Nederlandse kolonisten-brave kinderen-witte baard-vrolijke man
B
oude man-Noordpool-witte baard-rendieren-stoute kinderen
C
Noordpool-witte baard- oude man- brave kinderen - traditie van Engelse kolonisten
D
vrolijke man- schoorsteen- elfjes- rendieren- slee

Slide 9 - Quiz

Waar is de naam Santa Claus duidelijk van afgeleid?

Slide 10 - Mind map

Van wie komt het idee dat de Kerstman via de schoorsteen cadeaus naar binnen brengt?
A
van Sinterklaas
B
van Thomas Nast
C
van de Engelsen
D
van Father Christmas

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar? Lees de 2e en 3e alinea goed!
1. Thomas Nast heeft de huidige kerstman bedacht.
2. Haddon Sundblom heeft de huidige kerstman bedacht.
3. De Engelse en Nederlands kolonisten hebben de kerstman bedacht.
4. De Kerstman was eerst slank, nu is hij dikker.

Slide 12 - Open question

Lees de 3e alinea nog eens. Letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
1. De goedgemutste kerstman
2. De bulderende lach "ho ho" kwam van de buurman.
3. ... is nieuw leven ingeblazen
4. De kerstman moest passen bij de kleuren van Coca Cola.

Slide 13 - Open question

De Kerstman van Coca Cola
Slank
Stevig
Haddon Sundblom
Thomas Nast
Hohoho
Spanje
elfjes
Rudolf

Slide 14 - Drag question

Wat hoort bij Robert May en wat hoort bij Haddon Sundblom?
1. Ingehuurd voor reclamecampagne frisdrankmerk
2. Werkte voor groot warenhuis
3. Bedenker van de huidige kerstman
4. Bedenker van het 9e rendier
5. Werd geïnspireerd door een sprookje

Slide 15 - Open question

Lees r. 36-39: Geinspireerd... rode neus. Wat is een overeenkomst tussen Rudolf en Het lelijke eendje?
A
Ze zagen er allebei anders dan anders uit.
B
Ze waren allebei niet aardig tegen andere dieren.
C
Ze hadden allebei iets met hun poten.
D
Ze waren allebei graag buiten.

Slide 16 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
1. Er werd voor het eerst gesproken over 1 figuur: Santa Claus
2. Robert May bedenkt het 9e rendier
3. Thomas Nast maakt tekeningen van een slanke Kerstman
4. Haddom Sunbloom tekent de huidige Kerstman
5. Nederlandse en Engelse tradities waaien over naar Amerika

Slide 17 - Open question

Bedenk een goede titel voor deze tekst.

Slide 18 - Open question

Wat heb je allemaal geleerd over de Kerstman?

Slide 19 - Mind map