2.1 Waar wonen de meeste mensen?

2.1 Waar wonen de meeste mensen?

Deel 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.1 Waar wonen de meeste mensen?

Deel 1

Slide 1 - Slide

Waar wonen ook alweer de meeste mensen in Nederland?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Pak je schrift:

1. Schrijf bij iedere foto een voordeel en een nadeel om hier te wonen.
2. Schrijf op waar jij liever wil wonen.

Slide 4 - Slide

Stad
Platteland

Slide 5 - Slide

Berggebied
Vlak landschap

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
- Weet je waar dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
- Begrijp je waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
- Kun je de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 7 - Slide

Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid


Wie weet wat hier het verschil tussen is?

Slide 8 - Slide

Bekijk bron 7
Ook hier zien we erg veel ongelijkheid. 
Hoe kunnen wij dit verklaren?

Slide 9 - Slide



Bevolkingsspreiding: de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.

Bevolkingsdichtheid: het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied
(inwoners : oppervlakte van een gebied)

Slide 10 - Slide

Bevolkingsgroei
Hoe kan het dat wij steeds meer mensen hebben op de wereld?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

2 oorzaken sterke bevolkingsgroei:


1. Geboortecijfer: Groot aantal geboorten 
2 Levensverwachting: Mensen worden gemiddeld steeds ouder.

Slide 13 - Slide

Maken 
Maak van hoofdstuk 2 paragraaf 1 opdracht 2 en 3 in je boek (blz 71)

Slide 14 - Slide

2.1 Waar wonen de meeste mensen?

Deel 2

Slide 15 - Slide

Geboortebeperking in rijke landen 
- Langer onderwijs, ook meisjes langer op school --> later pas kinderen nemen.
- Kennis over geboortebeperking 
- Betere gezondheidszorg (lage zuigelingensterfte en toegang tot voorbehoedsmiddelen)

Slide 16 - Slide

Sterftecijfer
Het aantal mensen dat in een jaar overlijdt per 1000 inwoners, noemen we het sterftecijfer. (promille, ‰)

Zuigelingensterfte: het aantal baby’s dat overlijdt in het
eerste jaar, per duizend geboorten  (promille, ‰)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

de bevolkingsspreiding kan:
A
hoog/laag zijn
B
gelijk/ongelijk zijn

Slide 19 - Quiz

Wat is bevolkingsspreiding?
A
de hoeveelheid mensen op 1 km2
B
de toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
de verdeling van mensen in een gebied
D
verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst

Slide 20 - Quiz

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er wonen in de steden.
B
Hoeveel mensen er wonen op 1 vierkante kilometer.
C
Hoeveel mensen er in Nederland wonen.
D
Hoeveel mensen er in het noorden wonen.

Slide 21 - Quiz

Steden kunnen op twee manieren groeien: door sociale bevolkingsgroei en natuurlijke bevolkingsgroei. Sociale bevolkingsgroei is:
A
Het verschil tussen immigratie en emigratie
B
Het verschil tussen geboortecijfer en sterftecijfer

Slide 22 - Quiz

Geboorte
In rijke landen is geboortebeperking vaak vanzelfsprekend.
Gezinnen zijn kleiner geworden door:

Slide 23 - Slide

Geboortebeperking door:
- Langer onderwijs
(emancipatie, kennis anticonceptie)
- Betere gezondheidszorg
(voorbehoedsmiddelen, minder zuigelingen- en kindersterfte)

Slide 24 - Slide

Sterfte
De levensverwachting gaat omhoog:
De levensomstandigheden zijn verbeterd.
(5 basisbehoeften: eten en drinken, onderwijs, onderdak, kleding en gezondheidszorg  )

Slide 25 - Slide