This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3 mavo Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
(Worden) je hier ook zo chagrijnig van?
Slide 2 - Open question
De (vergroten) foto kan ik morgen pas ophalen.
Slide 3 - Open question
Ik heb dat verhaal nooit (geloven).
Slide 4 - Open question
Hij (geloven) dat verhaal echt niet.
Slide 5 - Open question
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Bij de persoonsvorm van een zin in de gebiedende wijs gebruik je ik-vorm + t.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Een werkwoord is een zwak werkwoord als het in de verleden tijd van klank verandert.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Als de laatste letter van de stam van een werkwoord NIET in 't ex kofschip zit, krijgt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord een -d op het einde.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Je gebruikt altijd 'ik-vorm + t' bij de persoonsvorm als 'je' achter de persoonsvorm staat.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Als een werkwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt wordt, moet je het werkwoord zo kort mogelijk opschrijven.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Nu eens kijken of we de theorie ook toe kunnen passen...