V4 - T1: BS1 en BS2

Basisstof 1: Wat is biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisstof 1: Wat is biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
V4
Thema 1
Inleiding in de biologie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de biologie bestudeert
  • Je kent de levenskenmerken
  • Je toetst of iets leeft aan de hand van de levenskenmerken
  • Je kunt de levensloop van een organisme beschrijven
  • Je kent de verschillen tussen cellen, organen en weefsels
  • Je kunt organen en weefsels benoemen

Slide 2 - Slide

Biologie
Bios = leven
Logos = kunde / de leer van

Levenskunde

Wat is leven?

Slide 3 - Slide

Een organisme vertoont (de meeste) levenskenmerken.

Een dood organisme vertoont geen levenskenmerken meer

Een object dat nooit levenskenmerken vertoond heeft is levenloos

Slide 4 - Slide

Levenscyclus
levensloop: toont de ontwikkelingsstadia van een individu

levenscyclus geldt voor de hele soort

Slide 5 - Slide

organisatieniveaus
biologische eenheden
gerangschikt op grootte

kleinste: molecuul
grootste: biosfeer

Slide 6 - Slide

Weefsel
Een groep gelijke cellen met dezelfde taak/functie

Orgaan
Onderdeel van het lichaam met een taak/functie (vaak opgebouwd uit meerdere weefseltypen)

Orgaanstelsel
Een groep organen die samenwerken aan een taak

Slide 7 - Slide

Weefsels

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de biologie bestudeert
  • Je kent de levenskenmerken
  • Je toetst of iets leeft aan de hand van de levenskenmerken
  • Je kunt de levensloop van een organisme beschrijven
  • Je kent de verschillen tussen cellen, organen en weefsels
  • Je kunt organen en weefsels benoemen

Slide 9 - Slide

Leeft een steen?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Leeft een plant?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Leeft een virus?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Leeft een bacterie?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 14 - Drag question

Een dijbeen bestaat uit been, kraakbeen, bloedvaten en zenuwen.
Tot hoeveel weefsels en hoeveel organenstelsels behoort een dijbeen?

A
een weefsel en een organenstelsel
B
een weefsel en vier organenstelsels
C
vier weefsels en een organenstelsel
D
vier weefsels en vier organenstelsels

Slide 15 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste organen
Maag
Nieren
Lever
Dunne darm
Dikke darm

Slide 16 - Drag question

Sleep de functies naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalen
Signalen doorgeven
Voedsel verteren
Stevigheid 
Transport van bloed
Bewegen

Slide 17 - Drag question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de biologie bestudeert
  • Je kent de levenskenmerken
  • Je toetst of iets leeft aan de hand van de levenskenmerken
  • Je kunt de levensloop van een organisme beschrijven
  • Je kent de verschillen tussen cellen, organen en weefsels
  • Je kunt organen en weefsels benoemen

Slide 18 - Slide