This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Waar zullen de aankomende lessen over gaan ?
Slide 2 - Mind map
Wat gaan we doen vandaag
Praktische info
Wat gaan we leren vandaag
Leerdoelen nabespreken
Slide 3 - Slide
Spullen pakken!
In de klas:
Pak je aantekeningenblad.
Pak een pen en potlood.
Luister goed, stel vragen als je het niet begrijpt en maak aantekeningen!
Slide 4 - Slide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Slide 5 - Slide
Je eigen omgeving is het gebied rond je huis waar je dagelijks komt
timer
0:15
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Eigen omgeving =
Het gebied rond je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
Slide 7 - Slide
Kenmerken van de eigen omgeving
Wonen
Werken
Verkeer
Recreatie
Voorzieningen
Voorzieningen = Iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken (Winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park, speeltuin)
Slide 8 - Slide
Wijk of een buurt?
Wijk: een deel van een dorp of een stad
Buurt: een deel van een wijk
Slide 9 - Slide
Inrichting
Wonen
Deze buurt in het stadsdeel oost van Amsterdam, noemt men de indische buurt. Door de nederlandse koloniale geschiedenis met Indonesië, zijn veel straten vernoemd uit die tijd.
Voorziening
Onder de appartementen op de hoek van de straten zie je vaak dat een woning is gebruikt als voorziening. Hier zien we een klein bakkertje met turkse roots.
Verkeer
Iedere buurt staat verbonden met de hoofdstraat die meerdere buurten met elkaar verbindt. Deze straten zijn de aders van de buurten, mensen maken hier dagelijks veel gebruik van.
Recreatie
Aan de straten heeft de gemeente publieke voorzieningen geplaatst, waar iedereen gebruik mag maken. Hier staan bijvoorbeeld bankjes waar mensen even kunnen zitten, om bijvoorbeeld met elkaar te, praten rusten, sporten, of te genieten van het weer. Bankjes hebben ook een verbindende functie, het brengt mensen bij elkaar.
Werken
Op de hoek van de straat zijn een aantal bedrijven gevestigd (Taxicentrale,Calcenter). Deze bedrijven zorgen ervoor dat mensen vanuit de buurt of verder kunnen werken.
Inrichting = het gebruik van de ruimte voor: wonen, werken, verkeer, voorzieningen en recreatie. Heet ook ruimtegebruik.
Slide 10 - Slide
Recreatie
timer
0:15
A
Park
B
Weiland
Slide 11 - Quiz
Verkeer
timer
0:15
A
Rijschool
B
Parkeerplaats
Slide 12 - Quiz
Hoogbouw, meergezinswoningen
Laagbouw, eengezinswoning
Slide 13 - Slide
Buurtverdeling
Noorderham (Krommenie)
Rosariumbuurt (Krommenie)
Noorderhoofdbuurt (Krommenie)
Zuiderham (Krommenie)
Snuiverbuurt (Krommenie)
Zuiderhoofdbuurt (Krommenie)
Langeheit (Assendelft/Saendelft)
Parkrijk (Assendelft/Saendelft) (De groene stip is school;)
Slide 14 - Slide
De buurtverdeling
Slide 15 - Slide
Planning
Instructie
Huiswerk
Buurtonderzoek groepjes maken
Toets inzien
Leerdoelen nabespreken
Slide 16 - Slide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
Een wijk is een deel van een dorp of een stad. Een wijk bestaat uit verschillende buurten. Een buurt is dus een deel van een wijk.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Wonen, werken, verkeer, recreatie, voorzieningen
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Laagbouw zijn woningen die max 2/3 verdiepingen heeft (eengezinswoning), hoogbouw heeft meerdere verdiepingen (flat, appartementencomplex)(meergezinswoning)
Slide 17 - Slide
Wat heb je vorige les al behandelt?
timer
0:15
A
Welke soorten ruimtegebruik er zijn in je (woon)wijk
B
De kenmerken van gemeentes
C
Hoe de inrichting van een woonwijk eruitziet.
D
Wat de kenmerken van de bewoners zijn.
Slide 18 - Quiz
Recreatie
timer
0:15
A
Park
B
Weiland
Slide 19 - Quiz
Welk ruimtegebruik?
timer
0:15
Slide 20 - Open question
Verkeer
timer
0:15
A
Rijschool
B
Parkeerplaats
Slide 21 - Quiz
Wat is geen voorziening?
timer
0:15
A
ziekenhuis
B
school
C
winkels
D
rivier
Slide 22 - Quiz
Leerdoelen H7 Les 2
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil uitleggen tussen een koopwoningen een huurwoning.
Op een kaart de dorpskern en het bedrijventerrein kunnen lezen.
Slide 23 - Slide
KOOP- OF HUURWONING?
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Wat zou jij doen, kopen of huren. Leg uit waarom.
Slide 26 - Open question
Woonhuis kopen of huren?
Koopwoning: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou.
Huurwoning: geen eigendom, geen zorgen, groot onderhoud door eigenaar(huurbaas, woningcorporatie), geen risico waardedaling.
Slide 27 - Slide
woningcorporatie
Organisatie die zich richt op bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.
Slide 28 - Slide
Dorpskern = Het oude centrum van een dorp, met de kerk.
Bedrijventerrein = een speciaal aangelegde wijk voor kantoren, showrooms, en andere bedrijven
Slide 29 - Slide
Dorpskern = vaak in het centrum van het dorp.
Bedrijventerrein = vaak aan de rand van een dorp/stad.
Hoe te herkennen op een kaart ?
Slide 30 - Slide
Deel 1 - Ruimtegebruik van de buurt
Maak een screenshot op maps van jou gekozenbuurt.
Geef de buurt kaders.
Kleur de verschillende kenmerken in met een aparte kleur maak een logische legenda:
Slide 31 - Slide
Huiswerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 1:
Opdracht 5 & 6
Volgende les: laatste les voor Deel 1, maak dus stappen vooruit !
Slide 32 - Slide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil uitleggen tussen een koopwoningen een huurwoning.
Een koopwoning wordt eigendom door een lening (hypotheek), een huurwoning huur je voor langere tijd
Op een kaart de dorpskern en het bedrijventerrein lezen.
De dorpskern ligt vaak in het centrum van het dorp (is daar vroeger ontstaan), bedrijventerreinen liggen vaak aan de rand van een dorp/stad.
Slide 33 - Slide
Verder met de plattegrond
Ga deze les verder met het inkleuren van de soorten ruimtegebruik. Denk hierbij aan de verschillende ruimtegebruiken.
Laat dit ook duidelijk in de legenda zien ! Vergeet de titel & noordpijl niet