What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalen 5.1 t/m 5.9
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Techniek
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is in techniek een systeem?
Slide 2 - Open question
Wat heb je nodig om warmte, licht en beweging te kunnen maken?
A
Albert Einstein
B
Energie
C
De mens
D
Een auto.
Slide 3 - Quiz
In het boek gaat het over 5 (vijf) soorten energie.
- Bewegingsenergie,
- Thermische energie,
- Chemische Energie,
- Stralingsenergie,
- Elektrische energie
Herken jij ze in de volgende vragen?
Slide 4 - Slide
A
Chemische energie
B
Stralingsenergie
C
Elektrische energie
D
Thermische energie
Slide 5 - Quiz
A
Chemische energie
B
Stralingsenergie
C
Bewegingsenergie
D
Elektrische energie
Slide 6 - Quiz
A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Bewegingsenergie
Slide 7 - Quiz
A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie
Slide 8 - Quiz
A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie
Slide 9 - Quiz
Iets dat energie bezit noem je een energiebron.
Slide 10 - Slide
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Elektrische naar chemische energie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 11 - Quiz
Welke energie omzetting vind hier plaats?
(opdr. 10)
A
Elektrische naar chemische energie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 12 - Quiz
Welke energie omzetting vind hier plaats?
(opdr. 10)
A
Bewegingsenergie naar stralingsenergie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 13 - Quiz
De eenheid van energie is Joule (J). Bij het omzetten van energie komt altijd warmte vrij
Slide 14 - Slide
Welke informatievorm gebruikt de NS hier?
A
Tekst
B
Licht
C
Tekens en symbolen
D
Beweging
Slide 15 - Quiz
Met welke techniek geeft de NS je hier informatie?
A
luidspreker
B
drukwerk
C
beeldscherm
D
afleesapparaat
Slide 16 - Quiz
Wat is géén eigenschap van handmatig produceren?
A
geschikt voor kleine aantallen
B
producten zijn niet allemaal hetzelfde
C
kost veel tijd om producten te maken
D
het is goedkoop
Slide 17 - Quiz
Wat is een eigenschap van machinaal produceren?
A
geschikt voor kleine en grote aantallen
B
alles gebeurt met de hand
C
de informatie komt van een robot
D
de computer regelt de snelheid
Slide 18 - Quiz
Wat is géén eigenschap van automatisch produceren?
A
geschikt voor grote aantallen
B
producten zijn allemaal precies hetzelfde
C
af en toe moet de automaat afkoelen
D
het produceren kan uren achter elkaar doorgaan
Slide 19 - Quiz
Alle handelingen in een systeem noem je een
proces
In een systeem
herken je drie stappen:
Input
Proces
Output
Slide 20 - Slide
Input
Mater
ie
Energ
ie
Informat
ie
Slide 21 - Slide
Output
Mater
ie
Energ
ie
Informat
ie
Slide 22 - Slide
Je verwarmt melk in de magnetron. Je hoort een geluidssignaal bij afloop, dit is:
A
Output - materie
B
Output - energie
C
Output - informatie
D
de wekker
Slide 23 - Quiz
Je stopt de was in de wasmachine, doet wasmiddel in de trommel, maakt de deur en stelt de temperatuur in. Dit laatste is:
A
Input: materie
B
Input: proces
C
Input: energie
D
Input: informatie
Slide 24 - Quiz
Als je koffie gaat zetten, is de koffiepad:
A
Input: materie
B
Input: proces
C
Input: energie
D
Input: informatie
Slide 25 - Quiz
Bij terugkoppeling reageert een systeem op een verandering dat het zelf heeft veroorzaakt
Slide 26 - Slide
Een stortbak werkt met een terugkoppeling. Welk onderdeel regelt deze terugkoppeling?
A
de vlotter en vlotterarm
B
de hendel
C
de klep in de watertoevoer
D
de hevelbuis
Slide 27 - Quiz
Welk onderdeel van onze thermowip zorgt voor terugkoppeling?
A
de gebogen lasdraad op de wip
B
het spiraalvormige bimetaal
C
het theelichtje
D
de "bok" van de wip (het onderstel)
Slide 28 - Quiz
Noem een voordeel van een automaat
A
geprogrammeerd, kan soms iets fout doen
B
snel, goedkoop, nooit ziek
C
altijd met een computer ingesteld
D
je kunt niet goed ingrijpen
Slide 29 - Quiz
Noem een nadeel van een automaat
A
geprogrammeerd, kan nooit iets fout doen
B
als het niet goed geprogrammeerd is gaat het fout
C
moet elke keer opnieuw gestart worden
D
je kunt altijd goed ingrijpen in een programma
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Herhalingsles hoofdstuk 5
November 2019
- Lesson with
40 slides
Techniek
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Techniek - Materie
June 2023
- Lesson with
21 slides
Techniek
Zaakvakcursus natuur & techniek
HBO
Studiejaar 1
5.3, 5.4 en 5.5 energie
September 2018
- Lesson with
22 slides
Techniek
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
5.6, 5.7 hoe werkt een systeem en deelsysteem?
September 2024
- Lesson with
13 slides
Techniek
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.6, 5.7 hoe werkt een systeem en deelsysteem?
January 2019
- Lesson with
13 slides
Techniek
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.6, 5.7 hoe werkt een systeem en deelsysteem?
September 2024
- Lesson with
13 slides
Techniek
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.6, 5.7 hoe werkt een systeem en deelsysteem?
September 2024
- Lesson with
13 slides
Techniek
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.3, 5.4 en 5.5 energie
December 2019
- Lesson with
16 slides
Techniek
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2