Herhaling voor de toets

Hoofdstuk 1: Jagers en Boeren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Jagers en Boeren

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
- Welkom!
- Kahoot
- Herhaling voor de toets 
- Toets
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Tijd voor geschiedenis

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven wanneer en waar de eerste mens ontstond. 
- Je kunt vijf kenmerken noemen van het leven van jagers-verzamelaars. 
- Je kunt twee redenen noemen waarom we weinig weten van mensen in de prehistorie. 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven wanneer en waar de eerste mens ontstond. 
- Je kunt vijf kenmerken noemen van het leven van jagers-verzamelaars. 
- Je kunt twee redenen noemen waarom we weinig weten van mensen in de prehistorie. 

Slide 5 - Slide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 6 - Slide

Verzamelden de mannen of vrouwen van de jagers en verzamelaars?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 7 - Quiz

Noem 1 oorzaak waarom jagers en verzamelaars nomaden waren

Slide 8 - Open question

Hoe noemen we mensen die rondtrekken ?
A
Jagers en Boeren
B
Jagers en Verzamelaars
C
Nomaden
D
Kampeerders

Slide 9 - Quiz

Wat gebruikte de jager-verzamelaars van de dieren die ze vingen?
A
Alleen het vlees
B
De huiden en het vlees
C
De botten en het vlees
D
Alles

Slide 10 - Quiz

Wat is een bestaansmiddel?

Slide 11 - Open question

Wat doen de vrouwen
A
Jagen op dieren
B
Koken en planten verbouwen
C
gereedschappen en kleding maken
D
voedsel verzamelen

Slide 12 - Quiz

Wat zijn nomaden?
A
Arme dakloze mensen
B
Prehistorische boeren
C
Mensen die rondreizen op zoek naar eten
D
half mensen-half apen

Slide 13 - Quiz

Jagers-Verzamelaars hadden een .... leefstijl
A
Sedentaire
B
Nomadische
C
Chaotische
D
Diverse

Slide 14 - Quiz

Waarom trekken nomaden rond?

Slide 15 - Open question

?
Wat is het verschil tussen prehistorie en historie?

Slide 16 - Slide

Waar leefden de eerste boeren?
Kies de juiste letter
timer
0:20
A
Midden-Oosten en Noord-Afrika
B
Midden-Oosten en Europa
C
Noord-Afrika en Europa
D
Europa en Azie

Slide 17 - Quiz

Wat is veeteelt?
Kies de juiste letter
timer
0:20
A
Het verbouwen van gewassen op akkers
B
Het houden en fokken van dieren

Slide 18 - Quiz

Veeteelt zorgde voor voedsel voor de boeren,
maar waarvoor waren dieren nog meer handig?
timer
1:00

Slide 19 - Open question

Waarom gaan jagers en verzamelaars over op de landbouw denken jullie?
Bedenk 1 reden/ oorzaak
timer
1:00

Slide 20 - Open question

De overgang van het jagen en verzamelen op de landbouw had grote gevolgen.
Bedenk er 1.
timer
1:00

Slide 21 - Open question

timer
1:00
Noem 1 voordeel en
1 nadeel van het boerenleven

Slide 22 - Mind map

Wat is de naam van de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw?
A
De landbouwrevolutie
B
De veeteeltrevolutie
C
De akkerbouwrevolutie
D
De boerenrevolutie

Slide 23 - Quiz

Welk van de onderstaande kenmerken hoort niet bij een boer?
A
In een dorp wonen
B
Op een vaste plek wonen
C
Aan landbouw doen
D
Jagen op wilde dieren

Slide 24 - Quiz

In welk gebied is de landbouw ontstaan?
A
Afrika
B
Midden-Oosten
C
Nederland
D
India

Slide 25 - Quiz

Tijdens het proefwerk (1)
  • Lees eerst goed alle vragen door. Schiet niet gelijk in de stress als je de vragen ziet.

  • Wat wordt er gevraagd?

  • Wat weet ik daarvan?

  • Waar stond dat ook al weer in
    het boek? Probeer te herinneren
    in welke tekst het stond.

Slide 26 - Slide

Tijdens het proefwerk (2)
  • Eerst nadenken, dan pas schrijven: wat wordt er eigenlijk gevraagd?

  • Gebruik een deel van de vraag in je antwoord. 

  • Geen cliffhangers, het is een proefwerk geen soap.

  • Schrijf zo compleet mogelijk op.



Slide 27 - Slide

Tijdens het proefwerk (3)
  • Schrijf niet teveel redenen op als er bijv: 2 gevraagd worden. Alleen de eerste 2 worden goed gerekend.

  • Als er twee verschillende dingen worden gevraagd, schrijf dan ook verschillende dingen op.

  •  Lees na het maken van alle vragen, de toets nog eens goed door.

Slide 28 - Slide