Het voltooid deelwoord - klas 2

Kapitel 4 - Luzern                                          Grammatik B
                                Het voltooid deelwoord
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kapitel 4 - Luzern                                          Grammatik B
                                Het voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 2 - Open question

Hoe vorm je een voltooid deelwoord?

- Bepaal eerst wat de stam van het     
   werkwoord is. 


Slide 3 - Slide

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Slide 4 - Open question

Hoe vorm je een voltooid deelwoord?

- Maak de stam van het werkwoord: hele 
   werkwoord - en = stam

- Voor de stam zet je ge - 

- Achter de stam zet je een - t

Slide 5 - Slide

Hoe vorm je een voltooid deelwoord


- ge + stam + t

bijvoorbeeld:
spielen:    ge+spiel+t


Slide 6 - Slide

Maak het voltooid deelwoord van het woord 'wohnen'

Slide 7 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van het woord 'klettern'

Slide 8 - Open question

Het voltooid deelwoord van de werkwoorden 'haben' + 'sein'

- haben = gehabt

- sein = gewesen


Slide 9 - Slide

Wij zijn in Berlijn geweest.
A
Wir waren in Berlin geweest.
B
Wir sind in Berlin gewesen.
C
Wir waren in Berlin gewesen.
D
Wir sind in Berlin geweest.

Slide 10 - Quiz

Zij hebben geluk gehad.
A
Sie haben Glück gehaben.
B
Sie hatten Glück.
C
Sie haben Glück gehabt.
D
Sie hatten Glück gehabt.

Slide 11 - Quiz

Nog vragen?
                                               Maak nu opdracht 8, 9 en 10

Slide 12 - Slide