2A1 - do 19 maart

Voordat we beginnen
Eerst een paar vragen over de oude stof. Pak gerust je boek erbij als je er niet uitkomt. Probeer voor jezelf te bepalen hoe goed je de stof beheest. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare school

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voordat we beginnen
Eerst een paar vragen over de oude stof. Pak gerust je boek erbij als je er niet uitkomt. Probeer voor jezelf te bepalen hoe goed je de stof beheest. 

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'frequentie'?

Slide 2 - Open question

Noem twee verschillen tussen een staafdiagram en een histogram.

Slide 3 - Open question

Kijk naar het histogram in figuur 6.17 in je boek (blz. 71).
Hoeveel voetbalwedstrijden zijn er in dit histogram weergegeven?
A
5
B
6
C
18
D
25

Slide 4 - Quiz

Leg uit hoe je het antwoord op de vorige vraag uit het histogram hebt gehaald.

Slide 5 - Open question

Kijk naar het dubbele steel-blad diagram bij opgave 41 (fig. 6.20 / blz. 73). Hoeveel vrouwen verdienen tussen de 12 en 18 euro per uur?

Slide 6 - Open question

Gebruik hetzelfde steel-blad diagram als in de vorige vraag:
Hoeveel mensen verdienen meer dan 15 euro per uur?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

Klassenindeling
In sommige gevallen is het handiger om niet alle waarden apart te noteren, maar deze in 'groepen' te verdelen. Dit noemen we een klassenindeling. 

Lees theorie C op bladzijde 74. 
Kijk goed wat deze notatie -< betekent!

Slide 8 - Slide

Wat is de hoogste waarde die in de klasse 0 -< 10 valt?
A
9
B
9,99...
C
10

Slide 9 - Quiz

Als je bij het steel-bladdiagram hiernaast een
klassenindeling maakt met de klassen 0-<10,
10 -< 20, enz, hoeveel klassen krijg je dan?

Slide 10 - Open question

Welke frequentie hoort er bij de klasse 30-<40?

Slide 11 - Open question

Klassenindeling
Maak opgave 44 en kijk deze gelijk na. 
Heb je vragen? Stuur ze via de mail naar mij toe!
m.wijland@carmelhengelo.nl

Slide 12 - Slide

Gemiddelde, mediaan en modus
Lees theorie A op pagina 75/76 en kijk goed naar het voorbeeld.

Zorg dat je de drie begrippen allemaal goed kent, bedenk eventueel een ezelsbruggetje om te onthouden wat elk van de drie begrippen zegt over een rij getallen. 

Maak opgave 46 en kijk deze gelijk na. 
Ging dit goed? Maak dan opgave 48 tm 50. 
Vond je het lastig of lukte het niet zo goed? Maak dan opgave 47 tm 50. 

Slide 13 - Slide

Huiswerk voor dinsdag:
Zorg dat je alle vragen in deze hele les hebt doorlopen. 
Maak opgave 44 en 46 + (47) 48 tm 50.
Zorg dat je alles nakijkt en laat het mij weten als er vragen zijn. 

Slide 14 - Slide