Week 45 - les 2

What is the past continuous?
1 / 12
next
Slide 1: Mind map
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

What is the past continuous?

Slide 1 - Mind map

Today
Reading time
Past continuous
Working time
Tomorrow

Slide 2 - Slide

Past Continuous 
-> verledentijd in duurvorm

- Iets was in de verleden aan de gang en is in het verleden ook afgelopen
- 2F and 2K were playing with the computer when the board crashed

Slide 3 - Slide


Was reading = past continuous
Je was aan het lezen en toen gebeurde er iets anders...
Het begon in het verleden en eindigde ook in het verleden

Slide 4 - Slide

Verschil met de past simple
- Als je iets wilt zeggen wat gebeurt is, maar nu is afgelopen en je weet wanneer het gebeurd is gebruik je de past simple

Last week I danced in my bedroom
Yesterday I got my test back

Slide 5 - Slide

Past continuous & past simple
Je gebruikt de past continuous en de past simple samen in een zin om aan te geven dat iets gebeurde (past simple), terwijl er al iets aan de gang was (past continuous)

I was waiting for my mom to pick me up when it started to pour

Past continuous duurt langer dan past simple

Slide 6 - Slide

How do we make the past continuous?
Persoonsvorm + was/were + het hele werkwoord + ing
I                                     was                            walk                       ing
They                              were                      walk                           ing

He, she, it + i = was (enkelvoud)
They, we, you = were (meervoud)

Slide 7 - Slide

Duurt de past continuous langer of korter dan de past simple?
A
korter
B
langer
C
even lang

Slide 8 - Quiz

What's the correct sentence?
A
Linda was brushing her teeth when a mosquito bit her
B
Linda brushed her teeth when a mosquito bit her
C
Linda was brushing her teeth when a mosquito was biting her
D
Linda brushed her teeth when a mosquito was biting her

Slide 9 - Quiz

For he, she it & I you use were or was?
A
Were
B
Was

Slide 10 - Quiz

Silent working time
Do exercise 24 & 25 on page 77

Slide 11 - Slide

Tomorrow
Bring your reading book, textbook & workbook
We're going to learn question tags!

Slide 12 - Slide