ex. 5 : 1 een lezer vertelt over zijn vakantie /
2 3 e / 4 b / 5 c/6 d
3 a Positieve woorden: j’ai de la chance, chouette, heureusement, mon plus beau souvenir, merveilleux,délicieux, cool, les plus belles vacances de ma vie
Negatieve woorden: cher, saison des pluies et des cyclones, pas tout aimé, longue et difficile, impossible, dommage, dur, tristes
b vooral positief: de tekst bevat veel positieve woorden en het is de mooiste vakantie van zijn leven geweest.
6. 1 Mathieu is naar Martinique op vakantie gegaan omdat hij daar familie heeft: zijn oom, tante en neefje en nichtje.
2 a De afstand tussen Parijs en Martinique is 6 850 km.
b Het tijdsverschil is zes uur.
c Op Martinique wordt Frans gesproken
3 Juliane is een buurmeisje.
Ze is veertien jaar.
Volgens Mathieu is zij grappig, slim, mooi en aardig.
4 Je suis tombé amoureux d’elle dès que je l’ai vue !
5 Moi betekent ik / mij.
6 a Omdat de zee mooi blauw was en hij veel vissen heeft gezien in allerlei kleuren.
b Nee. Vruchtensappen vond hij heerlijk, maar hij vond niet alles lekker van de lokale keuken.
c Zeekajakken.
d De wandeltocht naar de top van de vulkaan.
e Nee, want het is regenseizoen en er zijn cyclonen.
7 ● Jetski - ● Je moet minstens 16 jaar zijn én een vaarbewijs hebben.
● Canyoning - ● Het was onmogelijk door het regenseizoen.
8 a Hij weet niet wanneer hij Juliane zal terugzien.
b Zijn familie komt volgend jaar naar Parijs.
« … mais heureusement, ils vont venir à Paris l’
9 Voorbeeldantwoord:
Ja, want ondanks enkele negatieve punten, vond Mathieu dat deze vakantie de allermooiste van zijn leven was.