4H - GS P1-Week2-les1 - Kunst in de renaisance

5.1 Renaissance
Periode 1
Week 2
Les 1
5.1 Renaisance
4 HAVO 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1 Renaissance
Periode 1
Week 2
Les 1
5.1 Renaisance
4 HAVO 

Slide 1 - Slide

Programma
1. Testen: Voorkennis leerdoel 2 & 3 (10 min)
2. Theoriee: Leerdoelen 4 & 5  (15 min) 
3.  Weekopdracht verbeteren + leerdoel 1 tot en met 3 herhalen (25 min) 
4. Leerdoel-test (leerdoel 4 & 5) (5 min)

Slide 2 - Slide

Onze afspraken
1. Je mag altijd een vraag stellen.
2. één iemand is aan het woord.
2. Ga zitten met mensen waarmee je kan werken, je zit hier om te leren.
3. Geen eten en/of drinken in de klas of op tafel, alleen water.
4. Telefoons / airpods / petten in de tas en indien zichtbaar bij mij in de bak.
5. Je hebt je spullen op orde. Boek, schrift, huiswerk. 

Slide 3 - Slide

             Leerdoelen die al zijn behandeld:
1. Je kan de vier ontwikkelingen beschrijven die centraal staan in deze periode.
2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen het Middeleeuws mens- en wereldbeeld en het veranderde mens- en wereldbeeld uit de Renaissance. 
3. Je kunt aan de hand van drie oorzaken uitleggen waarom de Renaissance begint in Italië.  





timer
2:30

Slide 4 - Slide

De renaissance heeft te maken met KA's: welke 2?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
B
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
C
De wedergeboorte van de klassieke culturen door Oumo Universale
D
De veranderende wereld van kunst en beeldhouwkunst door wetenschappers en kunstenaars

Slide 5 - Quiz

Wat betekent Memento Mori?
A
Pluk de dag
B
Universeel mens
C
Wedergeboorte oudheid
D
Gedenk te sterven

Slide 6 - Quiz

Welk begrip past het beste bij het KA: hernieuwde orientatie op de klassieke oudheid
A
protestantisme
B
wereldbeeld
C
renaissance
D
expansie

Slide 7 - Quiz

Deze toets gaat over het tijdvak van ontdekkers en hervormers.
Wat zijn hervormers
A
Mensen die een land anders hebben ingedeeld.
B
Mensen die het leger hebben hervormd.
C
Mensen die het geloof hebben veranderd.
D
De Nederlandse opstandelingen.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'Renaissance'
A
wedergeboorte van de Middeleeuwen
B
wedergeboorte van de tijd van de Egyptenaren
C
wedergeboorte van de Klassieke Oudheid
D
wedergeboorte van de wetenschap

Slide 9 - Quiz

Noem de vier historische ontwikkelingen die plaatsvonden in tijdvak 5 (uit het hoofd) (doel 1)
timer
2:30

Slide 10 - Open question

De renaissance begon in Italiaanse steden als Venetië, Milaan, Rome en Florence (in de 15e eeuw). Geef drie redenen waarom de renaissance juist daar begon. (doel 2)
timer
2:30

Slide 11 - Open question

De middeleeuwen zijn van..
A
350-1000
B
500-1000
C
500-1500
D
1000-1500

Slide 12 - Quiz

Wat was de Renaissance?
A
(weder)geboorte van de klassieke Oudheid
B
(weder)geboorte van de Middeleeuwen
C
Periode tussen de Oudheid en Middeleeuwen
D
Periode voor de Oudheid

Slide 13 - Quiz

- Beschrijf het Middeleeuws mens & wereldbeeld
- Beschrijf het Mens & wereldbeeld van de Renaissance

timer
2:30

Slide 14 - Open question

In navolging van de oudheid (KA 20)
1. LessonUP 
2.Geschiedeniswerkplaats 
3. Leerdoelen 

Slide 15 - Slide

  Kenmerkende aspecten 5.1 
20 De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de
(week 2) 

klassieke oudheid
De tijd van de Grieken en Romeinen (tijdvak 2 - 3000 v.Chr. tot 400 n.Chr.) 

Slide 16 - Slide

             Leerdoelen week 2 - Les 1 (KA 20) 
4. Je kunt de gevolgen van de Renaissance met betrekking tot de beeldhouwkunst, architectuur, schilderkunst, wetenschap en literatuur benoemen. 

5. Je bent in staat bovengenoemde thema’s te herkennen aan de hand historische bronnen. (schilderijen, beeldhouwwerken, fresco’s, aantekeningen, schetsen) 


timer
2:30

Slide 17 - Slide

Schilderkunst

Slide 18 - Slide

Middeleeuwse schilderkunst 
  • Bijbelse voorstellingen
  • weinig details
  • felle kleuren
  • (vrijwel) geen naakt
  • geen diepte (weinig perspectief.
  • geen expressie in gezichten (levenloos)
  • weinig realistisch: zolang het maar duidelijk werd wát er was afgebeeld (onderwerp, persoon)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Middeleeuwse kunst
Renaissance kunst

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Kenmerken van de Renaissance-kunst 
  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur
  • thema’s: Griekse/Romeinse mythen/sagen, maar ook Bijbelse verhalen en portretten / huiselijke thematiek
  • Zo realistisch mogelijk.
  • veel details
  • emotie
  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 23 - Slide

Beeldhouwkunst

Slide 24 - Slide

Renaissance
  • Kunstenaars deden de beeldhouwkunst en schilderkunst van de Romeinen na.
  • Kunstenaars kregen voortaan ook opdrachten van rijke burgers, i.p.v. alleen de kerk.
  • zo realistisch mogelijk.

Slide 25 - Slide

Verhalend
Anatomie, ware grote

Slide 26 - Slide

Architectuur

Slide 27 - Slide

Oudheid
Renaissance

Slide 28 - Slide

Architectuur: Symmetrisch, rond, zuilen
Gotisch

Slide 29 - Slide

Architecture
- Elementen uit klassieke oudheid (zuilen, timpaan, koepels) 

Slide 30 - Slide

Wetenschap

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Heliocentrisch & hernieuwde belangstelling voor anatomie en natuur
Geocentrisch

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Samenvattend

Slide 37 - Slide

       Gevolgen Renaissance
 (doel 5)
1. - De (schilder-) kunst en beeldhouwkunst: meer realisme,  perspectief en minder religieuze thematiek (oudheid) (Bijv. Michelangelo)

2. Architectuur: 
-  Elementen uit klassieke oudheid (zuilen, timpaan, koepels) 

3.  wetenschappelijke belangstelling:  
- De zon is centrum en de aarde draait om  de zon. (Heliocentrisch) 
- Ook aandacht voor anatomie en de natuur. 

4. Literatuur:  Humanisten bestudeerde klassieke geschriften. Gingen middeleeuwse Bijbelse verhalen na om te kijken of deze correct waren geschreven.  

Slide 38 - Slide

Kunst: Middeleeuwen

1. Geen rekening gehouden met: symmetrie, verhoudingen en perspectief
(vaak 2D) 
2. Kunstenaar niet belangrijk
3. Religieuze onderwerpkeuze

Kunst: Renaissance  

1. symmetrie, verhoudingen en perspectief belangrijk (meer 3D)
2. Kunstenaar centraal: vaak te zien op kunstwerk
3. Meer variatie in onderwerpkeuze. Kerk blijft belangrijk, maar is niet de enige opdrachtgever.

Slide 39 - Slide

Verspreiding Renaissance
1. Lees: verspreiding over Europa uit 5.1 

2. Maak opdracht 6 tot en met 10 in je schrift voor aankomende woensdag. 

Slide 40 - Slide

Leg uit wat het verband uit tussen de welvaart in Florence en de bloei van de kunst.

Slide 41 - Open question

TEST

Slide 42 - Slide

Bekijk de afbeelding. Welke kenmerken van renaissance-kunst herken je in het laatste Avondmaal (zie schilderij van Leonardo da Vinci)?

1. Klassieke onderwerpen
2. Levensechte figuren
3. Onderdelen van klassieke gebouwen
4. Perspectief met kleuren
5. Perspectief met lijnen
A
2, 4 en 5
B
1, 2 en 4
C
3, 4 en 5
D
2, 3 en 4

Slide 43 - Quiz

Noem tenminste drie kenmerken die passen bij Renaissance-architectuur

Slide 44 - Open question

Wat past niet bij het humanisme?
A
Je moet alles wat de paus zegt voor waar aannemen.
B
Bestuderen van geschriften uit de oudheid
C
Kritiek op de kerk
D
Erasmus

Slide 45 - Quiz

Eerst 20 minuten in stilte

Daarna 15 minuten samen



1) Maak met hulp van deze presentatie de weekopdracht van week 1 af (met name de onderdelen over kunst)
2) Ga zelfstandig aan de slag met de presentatie in Lesson Up.
Voeg je zelf toe aan de klas.
3) Maak de leerdoelenopdracht.
timer
20:00
 Klascode: gvlmb

Slide 46 - Slide

Korte pauze
timer
5:00

Slide 47 - Slide