Vaste Tekststructuren (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vaste Tekststructuren (2)

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de argumentatiestructuur uitleggen
• Aan het einde van de les kun je de aspectenstructuur uitleggen
• Aan het einde van de les kun je de voor- en nadelenstructuur uitleggen
• Aan het einde van de les kun je de vraag-antwoordstructuur uitleggen

Wat weet je al over vaste tekststructuren?

Wat zijn vaste tekststructuren?

• Argumentatiestructuur: een tekststructuur waarbij een stelling wordt gepresenteerd en onderbouwd met argumenten.
• Aspectenstructuur: een tekststructuur waarbij verschillende aspecten van een onderwerp worden besproken.

Wat zijn vaste tekststructuren?

• Voor- en nadelenstructuur: een tekststructuur waarbij de voor- en nadelen van een stelling of vraag worden besproken.
• Vraag-antwoordstructuur: een tekststructuur waarbij een vraag wordt gesteld en beantwoord

Argumentatiestructuur

Inleiding: introduceert het onderwerp of de stelling
Middenstuk: presenteert argumenten 

Slot: biedt een samenvatting, herhaling of conclusie

Aspectenstructuur

Inleiding: introduceert het onderwerp
Middenstuk: bespreekt verschillende aspecten
Slot: biedt een samenvatting, herhaling of conclusie

Voor- en nadelenstructuur

Inleiding: introduceert de stelling of vraag
Middenstuk: bespreekt de voor- en nadelen
Slot: biedt een samenvatting, herhaling of conclusie

Vraag-antwoordstructuur

Inleiding: stelt een vraag
Middenstuk: beantwoordt de vraag
Slot: biedt een samenvatting, herhaling of conclusie

Samenvatting

• Argumentatiestructuur: stelling onderbouwd met argumenten
• Aspectenstructuur: bespreken van verschillende aspecten
• Voor- en nadelenstructuur: bespreken van voor- en nadelen
• Vraag-antwoordstructuur: vraag stellen en beantwoorden

Wat houdt een vraag-antwoordstructuur in?

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Wat zijn aspecten? Leg uit.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Bij welk onderwerp zou een voor- en nadelenstructuur goed kunnen passen?

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.