Dinsdag 2 februari 2021

dinsdag 2 februari
programma
Woordenschat 
- nieuwe woorden uit thema ''verliefd'
Lezen
- docent leest verhaal voor/ jij leest de tekst 
   voor jezelf
 - thema  opdracht 3 (bijlage 2)
Pauze
zaakvakken
 - aardrijkskunde



1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

dinsdag 2 februari
programma
Woordenschat 
- nieuwe woorden uit thema ''verliefd'
Lezen
- docent leest verhaal voor/ jij leest de tekst 
   voor jezelf
 - thema  opdracht 3 (bijlage 2)
Pauze
zaakvakken
 - aardrijkskunde



Slide 1 - Slide

Woordenschat
Je leert nieuwe woorden bij het thema Verliefd.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 2 - Slide

aantrekken
  • je trekt kleren aan: je sokken, een broek, een jas
  • het gevoel tussen mensen
  • aantrekkingskracht: je vindt iets heel interessant/leuk/mooi van de ander 
  • zin: Zij vindt zijn bruine ogen prachtig, ze blijft er naar kijken.

Slide 3 - Slide

de liefste
  • de persoon van wie je het meeste houdt
  • de persoon die je graag het dichtste bij je hebt
  • de persoon die je graag aandacht wilt geven
  • zin: Voor mijn liefste doe ik alles!

Slide 4 - Slide

de relatie* 
  • de verbintenis tussen twee/meer mensen 
  • dat wat je samen 'hebt'
  • een gevoel, een situatie: liefde, familie, bezit, financieel
  • zin: De relatie tussen de man en vrouw werd steeds beter.
  • zin: Het enige wat zij nog samen hebben is een financiële relatie.

Slide 5 - Slide

de verliefdheid*
  • het spannende, heftige gevoel tussen twee mensen
  • aantrekkingskracht: je denkt steeds aan de ander
  • in het begin van de relatie: duurt niet voor altijd
  • kan van één kant komen
  • zin: Helaas was de verliefdheid niet wederzijds.

Slide 6 - Slide

de liefde
  • het gevoel dat je van iemand houdt: een sterk gevoel
  • een liefdesrelatie zijn tussen mensen; man-man, vrouw-vrouw, man-vrouw, familie, vrienden
  • kan heel lang duren
  • zin: Ik hou zoveel van mijn man dat ik voor altijd samen wil zijn.

Slide 7 - Slide

zoenen
  • elkaar met de mond/ met de lippen aanraken 
  • uiting van verliefdheid/ van liefde
  • bij een ontmoeting
  • In Nederland zoen je iemand (soms) 3 keer op de wang.
  • zin: Door corona zoen je veel minder!

Slide 8 - Slide

uitmaken 
  • stoppen met de liefdesrelatie
  • je vertelt het niet via app of telefoon
  • Je maakt de relatie eerst uit, dan is er pas ruimte voor een volgende vriend/vriendin.
  • zin: Hij vindt het moeilijk om de relatie uit te maken want het doet haar verdriet.

Slide 9 - Slide

het liefdesverdriet
  • het verdriet dat je voelt als je vriend of vriendin niet meer  verliefd op je is
  • het doet 'pijn' : physiek of mentaal (lichamelijk/ geestelijkl)
  • bij jongens en meisjes even groot, wel soms andere uiting
  • zin: Door liefdesverdriet kon zij niet meer slapen.

Slide 10 - Slide

Lezen
  • De docent leest een hoofdstuk uit het boek 'Weg van jou'. blz. 41/42
  • Je leest de tekst zachtjes/'in je hoofd' mee.
  • Je oefent nog een keer (met de docent of zelf)
  • Je leest het voor aan mevrouw Femke

Slide 11 - Slide

thema Verliefd
opdracht
  • Je maakt opdracht 3
  • Je bedenkt woorden die je aan mevrouw Femke gaat vertellen: 
  • 5 woorden die horen bij gevoel en 5 woorden die horen bij gedrag 
  • Schrijf die woorden op en vertel die aan mevrouw Femke
  • De opdracht naar school mee terugnemen.

Slide 12 - Slide

Kijk naar het schema. Deze woorden in het schema horen bij verliefdheid:

Slide 13 - Open question

Deze woorden horen bij gevoel:

Slide 14 - Open question

Deze woorden horen bij gedrag (lichaamstaal):

Slide 15 - Open question

Pauze
Pauze 
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Aardrijkskunde
We maken les 3 van het boek.
We bespreken de tekst en de moeilijke woorden.
Daarna maak je zelf de vragen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maak zinnen met de woordenschatwoorden.
Regels
- denk aan de leestekens en hoofdletters;
- je schrijft minimaal 3 zinnen

De woorden: aantrekken, de liefste, de relatie, de verliefdheid, de liefde, zoenen, uitmaken, het liefdesverdriet.

Slide 19 - Open question