schaal en tabellen en grafieken

           Schaal  
--                                    We weten wat een schaallijn is.
                                        We kunnen rekenen met een schaalverdeling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

           Schaal  
--                                    We weten wat een schaallijn is.
                                        We kunnen rekenen met een schaalverdeling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wanneer reken je
met 'schaal'?

Slide 2 - Mind map

Bijvoorbeeld:
- een landkaart
- een wereldbol
- Google maps
- de tekeningen in je biologieboek
- een plattegrond van je huis
- een modelautootje
- een schaalmodel van een gebouw/schip/machine/wat dan ook.
- foto's (maar daarbij staat de schaal meestal niet aangegeven)
- de wassen beelden in Madam Tussauds zijn modellen met schaal 1:1


Wat is schaal
Een schaalmodel is een exacte kopie van een origineel,
 zoals bijvoorbeeld een gebouw, maar dan in een andere maat.

De schaal geeft de verhouding weer tussen de
afmetingen van het model en de werkelijke afmetingen.

Meestal is een schaalmodel een verkleining van
het werkelijke object, maar het kan ook andersom.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

Let op! In de video zit een klein typfoutje. Bij de eerste stap van de verhoudingstabel waarmee de breedte van de WisWereld studio op schaal wordt berekend (vanaf 1 minuut 54), staat :2 in plaats van x2.
Voorbeeld
Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog. De schaal is 1 : 200.

Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?

5 x 200 = 1000 cm
1000 cm = 10 m


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Reken de schaal uit

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is de schaal van de rode auto?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

berekening:  schaal 1 : 40
model
in cm
10
1
1
echt
in cm
400
?
40

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Nu jullie: vliegtuig
Een modelvliegtuig is 140 cm
Een echt vliegtuig is 70 m.

Wat is de schaal?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bereken de schaal waarmee
het model van deze boeing
is gemaakt.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

eerst meters omrekenen naar centimeters.
Dan kijken hoe 1 cm zich verhoudt tot het echt   1 : 50
model (cm)
140
1
echt (cm)
7000
?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe goed begrijp je "schaal"? Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 10
110

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Je stuurt een pakje van 3 kilo naar Frankrijk, zone 1. Wat kost dat?
A
€13,00
B
€19,50
C
€18,50
D
€25,00

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Je stuurt een pakje van 29 kilo naar Amsterdam. Wat kost dat?
A
€12,90
B
€6,75
C
€43,15
D
€25,00

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel uur burgerschap hebben ze elke week in het eerste half jaar?
A
1,5
B
2
C
3
D
4,5

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel nieuwe fietsen werden er in het totaal verkocht?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel honden zijn er?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Grafieken
Een grafiek geeft een verband weer tussen verschillende gegevens. In een diagram kunnen meerdere grafieken staan. De grafieken kunnen elkaar snijden in een snijpunt.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

grafiek van Fenna

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Leg uit wat de volgende woorden betekenen:
1. stijgen
2. dalen
3. maximum
4. minimum
5. constant

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen
Boek B H16 en H17  zelftest en toegepast rekenen
Blad met extra oefenopgaven

Slide 34 - Slide

This item has no instructions