Les 2

Last lesson

  • Afspraken

  • Respect

  • Toets
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Last lesson

  • Afspraken

  • Respect

  • Toets

Slide 1 - Slide

Today

  • Quiz/recap -> 10 vragen (Join the lesson on your phone)
  • Grammar
  • Homework
  • Exercises
  • B - 18, 19, 20
  • K - 20, 21, 22
  • T - 18, 19, 20 + 45 


Slide 2 - Slide

Vertaal kopiëren
A
to copy
B
to print
C
to imagine
D
to last

Slide 3 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "I .... (to look) for a job Yesterday."
A
look
B
to looked
C
looked
D
lookd

Slide 4 - Quiz

Vertaal key
A
bord
B
piano
C
toets
D
proefwerk

Slide 5 - Quiz

Vertaal bang
A
scary
B
scared
C
scar
D
spooky

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "The boy ... gave me a high five."
A
wo
B
which
C
who
D
wich

Slide 7 - Quiz

Wat is een herinnering?
A
a network
B
an army
C
a text
D
a memory

Slide 8 - Quiz

Wat betekent army?
A
leeg
B
leegte
C
leger
D
leegste

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in: "Daisy .... (to talk) way too much last year."
A
talks
B
talk
C
talked
D
talkd

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste woord in: "Frenna took a .... for his instagram".
A
song
B
album
C
mistake
D
picture

Slide 11 - Quiz

Wat betekent button?
A
knoop
B
goud
C
soldaat
D
ontwerper

Slide 12 - Quiz

Much/many (b/k/gt)
  • Veel
  • Much -> ontelbaar 
  • bv:  much money / much work
  • many -> telbaar
  • bv: many computers / many french fries

  • (Alleen gt) much, a little, little gebruik je bij ontelbare woorden. Many, a few, few gebruik je bij telbare woorden.
 

Slide 13 - Slide

rangtelwoorden/data (b)
  • rangtelwoord is een telwoord met een rangorde (eerste, tweede, derde)
  • In het Engels bijna altijd th achter het telwoord. 
  • bv: four -> fourth (vierde)
  • Uitzonderingen op p 23. belangrijkste: first, second & third

  • Dagen -> Hoofdletter. Monday, Tuesday, September..
  • Datum -> cijfer + maand -> 5 May 

Slide 14 - Slide

a/an (k)
  • lidwoord (een)

  • medeklinker -> a    bv: a car, a rapper, a house
  • klinker -> an             bv: an apple, an idea, an hour(!)

Slide 15 - Slide

Some/any (gt)
  • some/any betekenen allebei enige, enkele, een paar.
  • Wanneer gebruik je nou some en wanneer any?
  • Als het een bevestigende zin is gebruik je some -> bv. I had some tea. 
  • Als de zin ontkennend is -> any -> bv. She did not have any tea.  
  • Als het een vragende zin is -> any, maar als je ja verwacht op de zin dan some
  • bv. Can anyone help me please?
  • bv. Can someone help me please?





Slide 16 - Slide

Let's work!

B: Exercise 18 t/m 20
KL: Exercise 20 t/m 22 
TL: Exercise 18 t/m 20

On your own, with music on

Done? No homework! 










Slide 17 - Slide