Wat moet je weten?
- Begrippen met betekenis 3.1 tot en met 3.3 (in je schrift overschrijven!)
- Je moet de verschillende vormen van Symmetrie begrijpen en het verschil tussen de skeletten weten
- Je moet de volgorde van de indeling uit je hoofd kennen: ("Dr SK of GS")
- Je moet de namen van de dierenrijken kennen.