Ontwikkelingspsychologie

1. Ontwikkelingspsychologie
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

1. Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma 
Ontwikkelingspsychologie 
Ontwikkelingsgebieden
Ontwikkelingsfasen van de mens 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingspsychologie 
• Je kunt uitleggen wat ontwikkeling inhoudt.
• Je kunt beschrijven welke ontwikkelingstheorieën er zijn en wat ze inhouden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent ontwikkelingspsychologie?

Slide 4 - Mind map

Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert. 

De ontwikkelingspsychologie is een specialisatie binnen de ‘algemene’ psychologie: de wetenschap die het gedrag van de mens in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling bestudeert.
“Ontwikkeling kan gezien worden als verandering, groei en rijping.”

Slide 5 - Slide

Ontwikkeling is verandering. 
Deze veranderingen vinden niet van vandaag op morgen plaats. Ontwikkeling verwijst naar een langzame verandering.
Je kunt je als mens op verschillende gebieden ontwikkelen. 
Zo kan een vierjarige kleuter met een lengte van 1,00 meter zich ontwikkelen tot een zestienjarige puber van 1,75 meter. En de onzekere tiener kan zich uiteindelijk ontwikkelen tot een zelfbewuste adolescent.

Ontwikkelingstheorieën
Opdracht: onderzoek de onderstaande theorieën, noteer kort de verschillen 
  • de psychoanalyse
  • het behaviorisme
  • de cognitieve psychologie
  • de systeemtheorie
  • sociaal constructivisme


Slide 6 - Slide

Hierna komen een aantal quizvragen over deze theorieën. 
Deze benadering stamt uit de filosofie en schikt standpunten tussen twee extremen: Nature: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal. Nurture: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, vooral door de leefomgeving.

Nature-Nuture-debat

Deze benadering stamt uit de filosofie en schikt standpunten tussen twee extremen: Nature: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal. Nurture: alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, vooral door de leefomgeving.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sigmund Freud
De psychoanalytische theorie van Sigmund Freud, de Freud theorie, is een theorie over persoonlijkheidsorganisatie, de dynamiek tussen de verschillende stadia van persoonlijkheidsontwikkeling en de impact hiervan op de ontwikkeling op het libido van de mens.

Slide 8 - Slide

Sigmund Freud (1856-1939) is een grote en bekende naam binnen de geestelijke gezondheidszorg én binnen de filosofie. Hoewel zijn theorieën tot op de dag van vandaag voor veel discussies zorgen, wordt hij tegelijkertijd gezien als de grondlegger en meest invloedrijke psycholoog en filosoof van de 20e eeuw

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Erik Erikson (psychoanalyse) 
Neemt de psychoanalyse van Freud als uitgangspunt. Hij deelt de ontwikkeling op in 8 stadia waarbij elk stadium een crisis of conflict moet worden overwonnen.
 

Slide 10 - Slide

Psycho-analyse 

Als de crisis wordt overwonnen kan de mens zich verder ontwikkelen en ontstaat hoop en vertrouwen.  Zo niet kan dit leiden tot wantrouwen en minderwaardigheidsgevoelens. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maslow theorie
De piramide van Maslow (behoeftepiramide) is een theorie die de behoefte van de mens in kaart brengt. Maslow beschrijft in zijn theorie 5 universele behoeften van de mens en brengt hiërarchie aan in deze behoeften. Maslow stelt dat er in de bevrediging van deze behoeftes een volgordelijkheid zit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Operante conditionering (behaviorisme) 
Je leert je gedrag aanpassen door de consequenties van het dit gedrag. (Skinner) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De theorie van Piaget

Slide 15 - Slide

Video over cognitieve psychologie
10 minuten
Centrale begrippen zijn
adaptie = iemand kan zich aanpassen aan zijn omgeving
assimilatie = nieuwe ervaringen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Systeemtheorie (Vygotsky) 
Kijkt naar de relatie tussen de interne en externe wereld 

Slide 17 - Slide

Systeemtheorie kijkt naar de relatie tussen de mens en zijn fysieke wereld, cognitieve wereld, persoonlijkheidswereld en sociale wereld. 
Deze theorie benadrukt steeds de interactie tussen de interne en externe factoren. Je kunt de mens niet los zien van zijn omgeving. 
Vygotsky

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Piaget vs Vygotsky
 Piaget legt vooral de nadruk op de interactie van het kind met de fysieke wereld. Vygotsky ziet die interactie meer gebeuren in de sociale wereld. In en door de sociale omgeving leert het kind bijvoorbeeld taal om met anderen te spreken
(Kinderen leren door interacties met anderen)

Slide 19 - Slide

Piaget > 
Kinderen hebben steeds de neiging om verder te ontwikkelen. Er is hier sprake van een zelfregulerend proces dat zorgt voor steeds betere adaptatie:
1. Assimilatie --> het proces waarmee bestaande kennis en vaardigheden worden gebruikt in nieuwe situaties.
2. Accommodatie --> het proces van aanpassing van bestaande vaardigheden of kennis om met een nieuwe situatie om te kunnen gaan. 

Volgens Vygotsky ontwikkelt het individu zich via een proces, waarin de interactie met de sociaal-culturele omgeving de hoofdrol speelt. De mens is van nature sociaal.


Sociaal constructivisme 
Veel van wat mensen leren, wordt actief door henzelf opgebouwd.  Het verwerven van kennis en vaardigheden is niet zozeer het gevolg van een directe overdracht van kennis, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van mensen zelf. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

ontwikkelingsgebieden 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling 
• lengte
• gewicht
• schedelomtrek
• lichamelijke verhoudingen
• skelet
• gebit
• motoriek

Slide 23 - Slide

Beïnvloedende factoren
De lichamelijke ontwikkeling wordt beïnvloed door een aantal factoren, die zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben:
• de erfelijkheid
• het intra-uteriene leven
• de geboorte
• het milieu
• de voeding
• de hormonen

Beïnvloedende factoren?

Slide 24 - Mind map

Beïnvloedende factoren die zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben:
de erfelijkheid
• het intra-uteriene leven(baarmoeder)
• de geboorte
• het milieu
• de voeding
• de hormonen

Motorische ontwikkeling 
• grove motoriek (beweging van romp, armen en benen)
• fijne motoriek (beweging van handen en vingers)
• adaptatie (oog-handcoördinatie en mond-handcoördinatie, gebruik van fijne motoriek)
• spraak en taal (klanken, woorden, zinnen)
• ontwikkeling van de persoonlijkheid en de sociale vaardigheden

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Emotionele ontwikkeling 
• de toename van het zelfbewustzijn
• de ontwikkeling van gevoelens voor anderen
• de ontwikkeling van het zelfbeeld

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Belangrijkste voorwaarden?

Slide 27 - Mind map

Belangrijke voorwaarden? 
• liefde en warmte
• geborgenheid
• acceptatie
• zelfrespect
• onafhankelijkheid
• orde en regelmaat

Sociale ontwikkeling 
Relaties met anderen 

De sociale ontwikkeling van een kind begint al bij de geboorte en wordt bepaald door de veiligheid van de omgeving en de hoeveelheid liefde, aandacht en steun van de ouders

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Bij een gestoorde hechting voelt het kind zich niet veilig en zal moeite hebben om zonder angst de wereld te verkennen. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Het Van Wiechenschema
  • Instrument/hulpmiddel om op systematische wijze de ontwikkeling van kinderen van 0 - 6 jaar in kaart te brengen.  
  •  Het onderzoek op fijne motoriek,  het intra-uteriene, persoonlijkheid, sociaal gedrag, communicatie  en grove motoriek (totaal 75 ontwikkelingskenmerken)  

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Mijlpalen ontwikkeling 1-4 jaar

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Theorie waarbij de nadruk ligt op de invloed van het onbewuste (of het onderbewuste) op de mens.
A
Psycho-analyse
B
behaviorisme
C
cognitieve psychologie
D
systeemtheorie

Slide 32 - Quiz

Psycho-analyse 
Welke wetenschapper is bekend in de psychoanalyse
A
Pavlow
B
Vygotscky
C
Piaget
D
Freud (Sigmund)

Slide 33 - Quiz

Psycho-analyse/ wie zijn de anderen?
Pavlow = behaviorisme
Vygotscky = systeemtherapie 
Piaget = cognitieve therapie 

De theorie waarbij de nadruk lig op het belang van de omgeving voor de ontwikkeling
A
psycho-analyse
B
behaviorisme
C
cognitieve psychologie
D
systeemtheorie

Slide 34 - Quiz

Behaviorisme 

Het gedrag wordt bepaald door omgevingsfactoren. Ook het leerprincipe van conditionering valt hieronder. 
De theorie die is gericht op de psychische processen die ons gedrag beïnvloeden (leren, herinneren, problemen oplossen
A
Pscychoanalyse
B
behaviorisme
C
cognitieve psychologie
D
systeemtheorie

Slide 35 - Quiz

Cognitieve therapie 
Het denken is het uitgangspunt van menselijk gedrag. Deze theorie richt zich vooral op waarnemen en onthouden. Waarbij ook de sociaal-emotionele ontwikkeling hierdoor wordt bepaald. 
Opdracht: 
ontwikkelingsfasen van de mens 
  • Zuigeling/baby 0-1 jaar
  • Zuigeling/baby 1-2 jaar
  • Peuter 2-4 jaar
  • Kleuter 4-6 jaar
  • Jong schoolkind 6-9 jaar
  • Ouder schoolkind 9-12 jaar
  • Puber 12-16 jaar
  • Adolescent 16-21 jaar  
  1. We verdelen de groep in groepjes
  2. Ieder groepje gaat een ontwikkelingsfase uitzoeken op:
  • Lichamelijke ontwikkeling
  • sociale ontwikkeling 
  • emotionele ontwikkeling  
  • zoek op internet naar een informatieve video die de leeftijdsfase typeert.

3. Deel je bevindingen met de groep 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak een tabel in jouw eigen persoonlijkheidsprofiel.
Ga naar Thieme Meulenhoff

Vaardigheid: Persoonlijkheid en zelfbeeld schrijven

Slide 37 - Slide

This item has no instructions